zondag 12 januari 2014


Nieuwe Mini

Mijn allereerste eigen auto was een Mini. Een vehikel dat bij elke regenbui begon te pruttelen om uiteindelijk stil te staan. Ook de remvloeistof moest ik met regelmaat controleren en bijvullen, alsmede het oliepeil. Destijds woonde ik op een etage aan de Haagse Statenlaan en ik stelde me zo voor, dat de buren – die woonden in de statige huizen naast me – stiekem toekeken, hoe ik met regelmaat te werk ging alvorens naar de school in Roelofarendsveen te vertrekken, waar ik lesgaf.

Stel je het volgende voor. Jong ding van ongeveer 23 staat om 19.15 uur bij haar kleine oude barrel in saai (maar nu modern) leverkleurig grijs, opent het portier aan de stoepzijde, legt een bulk aan tassen neer, duikt in het “vooronder” en loopt met allerlei attributen naar de voorkant van het wagentje. Ze plaatst trefzeker een schroevendraaier precies daar, waar je in die tijd doorgaans de motorkap kon openen en geeft er een paar ferme klappen met een hamer op. Nu kan ze de kap daadwerkelijk openen en met een licht verbogen pin in deze stand vastzetten. Peil wordt gemeten. Olie wordt aangevuld. Peil wordt deskundig nagemeten. Remvloeistof wordt bijgevuld. Spuitbus komt tevoorschijn, waarmee het ontstekingssysteem bespoten werd.

Zo. Klep dicht, gereedschap terug in het vooronder en sleutel in het contact omdraaien. Bij vochtig weer met ingehouden adem, omdat met name de laatste handeling niet altijd vruchten afwierp: Doet-ie het of doet-ie het niet? Pfff, wat een opluchting. Karren maar.

Bij regenbuien bleef het altijd spannend of ik de tocht kon uitrijden. Gouden regel: Haal géén vrachtwagens in, want die sproeien enorm met water. Zorg er dus ook voor, dat zij jóu niet inhalen – in die tijd gebeurde dat, want een begrenzer bestond nog niet. Het was telkens weer een ware zegetocht. Behalve als het droog was, dan was er geen vuiltje aan de lucht.

De keren dat wateroverlast toch niet te vermijden bleek, met alle gevolgen van dien – pruttel, pruttel, kom op, dóórgaan minietje, toe. Ach… nu gaat het vuur alsnog uit! – kon ik gelukkig tellen op één hand. Misschien dat ik daarom besloot een splinternieuwe Mini aan te schaffen. In vermiljoenrood. Geen ochtendrituelen meer, al hield ik die spuitbus erin. Het systeem was stukken verbeterd. Het autootje reed me overal veilig naar toe, met als hoogtepunt Ischgl, met ski’s op het dak, bepakt en beladen. Na een hevige sneeuwbui ter plaatse was er van andere auto’s nog van alles te zien, maar mijn Mini ging volkomen ten onder en was niet meer te traceren. Maar toch… Bij het zien van de huidige Mini’s staat mijn hart volkomen open.

 “Kijk! Ik heb een Mini voor je gekocht!” werd ik daags geleden verrast door mijn man. Ik verbleekte. Een tweede auto vind ik wat overdreven. Bovendien doen we alles op de fiets. Maar hij had me niet blijer kunnen maken: het bleek een Minimini met een wel heel speciale functie: het is een USB-stick. Eén die vanaf heden moeiteloos vele documenten voor me zal vervoeren.



4 opmerkingen:

  1. Heel leuk verhaal Giselle, ik kan mij daar iets bij voorstellen, had vroeger ook van die auto's...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank, Teus - leuk, jouw reactie! Deze laatste aanwinst is wel een snoepje, hoor. Nu nog een Minimuis!

      Verwijderen
  2. Leuk verhaal, maar een nog leukere man!

    BeantwoordenVerwijderen