Nieuwe Mini
Mijn allereerste eigen auto was een Mini. Een vehikel
dat bij elke regenbui begon te pruttelen om uiteindelijk stil te staan. Ook de
remvloeistof moest ik met regelmaat controleren en bijvullen, alsmede het
oliepeil. Destijds woonde ik op een etage aan de Haagse Statenlaan en ik stelde
me zo voor, dat de buren – die woonden in de statige huizen naast me – stiekem
toekeken, hoe ik met regelmaat te werk ging alvorens naar de school in
Roelofarendsveen te vertrekken, waar ik lesgaf.
Stel je het volgende voor. Jong ding van ongeveer 23 staat
om 19.15 uur bij haar kleine oude barrel in saai (maar nu modern) leverkleurig
grijs, opent het portier aan de stoepzijde, legt een bulk aan tassen neer,
duikt in het “vooronder” en loopt met allerlei attributen naar de voorkant van
het wagentje. Ze plaatst trefzeker een schroevendraaier precies daar, waar je
in die tijd doorgaans de motorkap kon openen en geeft er een paar ferme klappen
met een hamer op. Nu kan ze de kap daadwerkelijk openen en met een licht
verbogen pin in deze stand vastzetten. Peil wordt gemeten. Olie wordt
aangevuld. Peil wordt deskundig nagemeten. Remvloeistof wordt bijgevuld.
Spuitbus komt tevoorschijn, waarmee het ontstekingssysteem bespoten werd.
Zo. Klep dicht, gereedschap terug in het vooronder en sleutel
in het contact omdraaien. Bij vochtig weer met ingehouden adem, omdat met name
de laatste handeling niet altijd vruchten afwierp: Doet-ie het of doet-ie het
niet? Pfff, wat een opluchting. Karren maar.
Bij regenbuien bleef het altijd spannend of ik de tocht kon
uitrijden. Gouden regel: Haal géén vrachtwagens in, want die sproeien enorm met
water. Zorg er dus ook voor, dat zij jóu niet inhalen – in die tijd gebeurde
dat, want een begrenzer bestond nog niet. Het was telkens weer een ware
zegetocht. Behalve als het droog was, dan was er geen vuiltje aan de lucht.
De keren dat wateroverlast toch niet te vermijden bleek, met alle
gevolgen van dien – pruttel, pruttel, kom
op, dóórgaan minietje, toe. Ach… nu gaat het vuur alsnog uit! – kon ik gelukkig
tellen op één hand. Misschien dat ik daarom besloot een splinternieuwe Mini aan
te schaffen. In vermiljoenrood. Geen ochtendrituelen meer, al hield ik die
spuitbus erin. Het systeem was stukken verbeterd. Het autootje reed me overal
veilig naar toe, met als hoogtepunt Ischgl, met ski’s op het dak, bepakt en
beladen. Na een hevige sneeuwbui ter plaatse was er van andere auto’s nog van
alles te zien, maar mijn Mini ging volkomen ten onder en was niet meer te
traceren. Maar toch… Bij het zien van de huidige Mini’s staat mijn hart
volkomen open.
“Kijk! Ik heb een
Mini voor je gekocht!” werd ik daags geleden verrast door mijn man. Ik
verbleekte. Een tweede auto vind ik wat overdreven. Bovendien doen we alles op de fiets.
Maar hij had me niet blijer kunnen maken: het bleek een Minimini met een wel
heel speciale functie: het is een USB-stick. Eén die vanaf heden moeiteloos
vele documenten voor me zal vervoeren.
Heel leuk verhaal Giselle, ik kan mij daar iets bij voorstellen, had vroeger ook van die auto's...
BeantwoordenVerwijderenDank, Teus - leuk, jouw reactie! Deze laatste aanwinst is wel een snoepje, hoor. Nu nog een Minimuis!
VerwijderenLeuk verhaal, maar een nog leukere man!
BeantwoordenVerwijderenMee eens!
BeantwoordenVerwijderen