dinsdag 31 december 2013


zo weer voorbij
 
tijd trekt en zuigt
storm in de zandloper
alsof je in een mui
dreigt te verdrinken
wees wijs dein mee
het is zo weer voorbij

© 2011 Giselle Ecury (57 jaar – waar blijft de tijd)



Mijn oma en opa van moeders kant.
Opa heb ik nooit gekend. Zijn leven was voorbij in 1952,
pas daarna kwam ik...

Meer lezen over Vadertje Tijd? Zie: www.damespraatjes.nl

Oudejaarsavond

Eigenlijk heb ik er niets mee. Of misschien heb ik er hooguit een liefde-haatverhouding mee. Dat komt omdat ik toch wel houd van ijkpunten of peilmomenten, alleen bepaal ik graag zelf, wanneer ik ze wil vieren.

Zo ging er een knop bij me om toen mijn vijftigste levensjaar inging. Gedurende 12 maanden deed ik dingen die ik altijd al had willen doen, zoals zwemmen met dolfijnen en het brengen van een bezoek aan mijn vroegere Zweedse etagegenote, met wie ik vanaf mijn 22e bevriend was en dat bleef toen ze terugging naar Zweden. We correspondeerden uitgebreid, zagen elkaar, zij het sporadisch, tot 1997 en telefoneerden soms. Tot ze opeens de wat ouder wordende, doch strakgetrainde kont tegen de krib gooide en aan een tweede jeugd begon, compleet met een totaal onverwachte echtscheiding en een nieuw huwelijk met een wilde motorrijder in zwart leer. Maar dat hele jaar is destijds toch mooi voorgoed gemarkeerd door dat bezoek en al die leuke bezigheden en kreeg van mij een goud rand. Kijk ik bijvoorbeeld naar de foto’s van Giselle met die dolfijnen, dan springt het kind in me telkens opnieuw van pure blijdschap op.

En dan zo’n jaarwisseling – eigenlijk is het niets bijzonders. Het hoort bij het verglijden van de tijd sinds we die zijn gaan verdelen in maanden, weken, dagen, uren en sinds we zijn gaan leven volgens afspraken in propvolle agenda’s en het voorttikken van de klok. Het is in feite niet anders, dan wanneer een etmaal  overgaat in weer een nieuwe dag, of april in mei en augustus in september.

Wanneer je je daar bewust van bent, vier je vaker in een jaar zo’n tijdswisseling. Of liever: het alledaagse. Liefst met dierbaren, in voorjaar en zomer buiten, of vanuit een picknickmand aan zee. Of gewoon binnen, aan een feestelijk gedekte tafel. Bij ons is het heel vaak kerstmis, we maken zelden op te lange termijn afspraken en leven in het nu. Er is geen heilig moeten of stress, behalve als er een tekst afmoet J Er is vooral rust als straks 2013 2014 wordt. Met – vooruit, tóch dat gevoel, dat we al een aardig tijdje meelopen. Dat we al behoorlijk op dreef zijn in deze 21e eeuw. Dat zich – terugblikkend – bij velen om ons heen verdrietige dingen voordeden, maar gelukkig ook mooie. Dat het hoe dan ook waardevol is lief en leed met velen te mogen delen. Ze brengen saamhorigheid en verbinden voor het leven. Stel dat je daarvan zou worden buitengesloten… Dan bevriest er iets dat niet vanzelf kan ontdooien en rijst de vraag wie er eigenlijk in de kou staat: degenen die een ander buitensluiten of jij?   

Zo mogen we zelf wéér dankbaar de handen dichtknijpen om al het goede dat dag na dag passeerde en al de oprechte warmte om ons heen. Of het nu de deken was die ons geboden werd, of dat ene zonnestraaltje dat soms zomaar en passant op ons gericht werd. Stuk voor stuk peilmomenten die mogen blijven voortduren.
Dáárop heffen wij het glas. Alle goeds toegewenst voor een rijk en vervuld 2014!





                                                                         

maandag 30 december 2013


Let’s  spend the night together…

Onderweg naar Didam – een leuk dorp in het Oosten des lands. Nog 130 km te gaan. Het is vroeg en schemerdonker. Ik ben niet matineus, we zwijgen. Maar de Top 2000 staat op en regelmatig galmen we mee.

Ondertussen denk ik aan de recensie van mijn roman De rode appel, die in de maak is voor het Antilliaans Dagblad. Jeroen Heuvel, Neerlandicus, heeft me gevraagd om nog wat extra informatie. Het boek is dus ook door mij weer aandachtig ingezien, het verhaal over Elisabeth die zich eind jaren ’60, begin jaren ’70 seksueel ontwikkelt.

Op dat moment galmen The Rolling Stones “Let’s spend the Night together”. Een hit uit – wat zal ‘t geweest zijn: 1967? De tekst sluit mooi aan bij mijn gedachten. Jongere generaties aanhoren deze liedjes zonder te beseffen hoe baanbrekend deze woorden waren in de jaren van herkomst. Want de nacht doorbrengen met een jongen? Zoiets dééd je gewoon niet. Het was ongehoord. Ik ben ooit eens spontoon bij een vriendje op schoot gaan zitten, terwijl we theedronken in het bijzijn van zijn moeder. Als blikken konden doden, had ik het hier nu niet na kunnen vertellen. Anno eind 2013 is dit onvoorstelbaar.

In dat opzicht zijn die oude liedjes zeer interessant om eens kritisch te beluisteren. En geloof me: wat een leuke, ontspannen tijd was het om in op te groeien. Want alleen al als ik de videoclips zie op de muziek van Rihanna en Miley Cyrus vraag ik me eerlijk gezegd af waar dit voor staat? Zijn hun songs zo waardeloos, dat de muziekindustrie er wat softporno omheen moet etaleren? Vreselijk om via dit soort beelden te worden neergezet als jonge vrouw of meisje. Verleidelijk? Het leidt slechts ernstig af, meer niet.

Nee. Hoewel destijds best vooruitstrevend, dan toch liever de lading van het “Let’s spend the Night together” van the Stones. En hoe actueel is opeens die vervolgzin: Now I need you more then ever… Want een beetje terughoudendheid hebben we wel nodig, vind ik.

 
Detail van de afbeelding op De rode appel.
"Gebroken rood" door AKriel
 
Een interview over achtergronden van De rode appel zijn te lezen via

zondag 22 december 2013


De maan is rond…

…maar ze heeft allang niet meer twee ogen, een neus en een mond. En de – meestal barse – uitspraak: “Ach, loop naar de maan” voor iemand die je minder gezellig vindt, is allang op een vrij spectaculaire manier bewaarheid geworden voor mensen die maar wat graag deze opdracht uitvoerden. Er is zelfs echt óp de maan gelopen. Sinds decennia is er onderzoek gedaan naar deze natuurlijke satelliet van de aarde, ook wel Luna genaamd. Zij is anno 2013 nauwkeurig in beeld gebracht. In een van onze nationale dagbladen staat een gedetailleerde foto van de maan, voorzien van vierkantjes met informatie. Ik citeer dit uit één zo’n vierkantje:

Beschermer. Het leven op aarde danken we misschien wel aan de maan. Zij trekt niet alleen aan de atmosfeer en de watermassa’s (getijden!), maar ook aan de vloeibare nikkel-ijzerkern van de draaiende aarde. Daardoor ontstaat een krachtig magnetisch veld dat ons beschermt tegen schadelijke stralingen uit de ruimte.

En dan te bedenken dat er met regelmaat van alles de ruimte ingestuurd wordt ten behoeve van een keur aan onderzoeken, waar u en ik eigenlijk niets mee opschieten. Je maakt mij niet wijs, dat het totaal geen kwaad kan. Je moet er niet bij stilstaan, dat er met die maan of binnen de dampkring iets gebeurt. Zijn wij mooi klaar mee. Het enige dat ons dan rest is wellicht naar de maan te lopen. Ogen, neus en mond dicht en adem in houden. Lijkt me het minst pijnlijk.

Voorlopig dan maar vooral kijken naar de schoonheid van Luna. Is zij vol, dan houdt ze me sowieso uit mijn slaap. Zie je: ze stuurt niet alleen het getij aan, maar mij ook. Vandaar deze overweging. Je bent wakker, of je bent het niet.

vrijdag 20 december 2013


onder vrienden
een jaar is zomaar weer voorbij gegaan
we laveerden tussen dag en week en maand
en wanneer de wind ons tegenzat
legden we in gedachten aan
rustten uit op elkaars schouder
zeilden - jaren ouder - 
op het getij van gisteren
naar de haast van vandaag
een jaar is weer ten volle uitgebuit
en toch heb ik geen tijd gehad
voor een goed gesprek
een samenzijn
wat glazen wijn
in een warm vertrek
ontmoeting in de stad
 
een jaar, opeens zomaar verstreken
en denk nu niet dat ik je ben vergeten
je angst, je pijn, de tegenzin,
je vreugde en verdriet
al zie of hoor je mij dan niet
je woont, bepakt, toch bij me in
hier mag je je bagage stallen
tegen het behang op gaan
en als je moe bent van het vallen
help ik je weer op te staan

 
Uit: Terug die tijd, Poëzie, 2005
Uitgeverij Conserve, nu beheerd door Uitgeverij In de Knipscheer

Copyright 2004 © Giselle Ecury
Citeren mag, maar dan wel graag met mijn naam erbij :-)
 
 

 
 
 
Uitgeteld

Het leek me nuttig mijn stappen te tellen. Je gaat een soort wedstrijdje met jezelf aan: morgen wil ik de zoveel kilometer halen. Manlief toverde zomaar een stappenteller uit zijn bureaula en hup, in de benen en tellen maar. Alles voor een sterker beenderengestel.

Nu blijkt na enkele dagen dat ik niet geschikt ben voor teveel apparatuur. Ik weet het, het is een supersimpel dingetje, maar ik heb er meteen ruzie mee. Volgens mij verbrand ik meer calorieën door de ergernis, dan door het pittige rondwandelen. Het irriteert me bijvoorbeeld mateloos, dat het cijfer spontaan op nul springt als ik alleen al mijn jas achteloos dicht doe, terwijl het me niet lukt het toestel te re-setten. Wat ik ook indruk: géén nul. Zelfs na het bij herhaling indrukken van alle knopjes flikkert nog steeds de stand van de dag tevoren op.  

Goed, laten we dat dan zien als de boodschap die me is bijgebracht deze afgelopen dagen: flikker op met dat ding. Stampvoeten doe ik nooit. Het schijnt wel te helpen je botten steviger te maken. Zou dat het zijn?

Te laat. Ik pas. Ik ben uitgeteld.



Meer lezen? Zie www.damespraatjes.nl

woensdag 18 december 2013


Profiteren


Sommige mensen zijn daar goed in: in het profiteren van een ander. Door werkelijke schade en in haar ogen ook nog schande wijs geworden, maakte mijn moeder mij al vroeg bekend met het fenomeen. “Mensen helpen is belangrijk,” zei ze, “Maar pas er goed op wíé je helpt.” Loyaal als ze was, noemde ze wat voorbeeldjes van haar ervaringen met mensen die ik nauwelijks kende of die mij weinig zeiden. Daarmee was de kous voor haar af en voor mij een tweede les te goed geleerd: loyaliteit. En naarmate ik erover nadacht, groeide mijn bewondering voor haar. Want getuigde zij niet dikwijls van een immense vergevensgezindheid? Een mooi derde leermoment.

Die eerste les ging me daarentegen niet best af. Raar: hoe komt het toch, dat vrijwel iedereen eigenlijk gewoon zélf het wiel wil of moet uitvinden? Of was ik tegen beter weten in te loyaal naar de foute mensen? Zodanig, dat ik het er tot op heden lang moeilijk mee heb hen los te laten? Eeuwig mild na een eerste felle reactie. Zoekend naar enkele voor hen verzachtende omstandigheden. Ervan uitgaand dat bijvoorbeeld  iedereen het erg druk heeft zonder waardeoordeel te vellen over die bezigheden. Me ervan bewust dat niet iedereen hetzelfde is. Schouderophalend. De humor ervan inziend: “Sommige meisjes :-) leren het nooit.” Vergevingsgezind.

woensdag 11 december 2013


Bij de herdenking van Nelson Mandela

Er is al veel over hem gezegd, wat kan ik daar nog aan toevoegen? Hooguit dat ik enige tijd met verbazing heb gekeken naar de uitzending van de herdenking van deze – in mijn ogen – vooral aller-beminnelijkst gebleven man, ondanks al die jaren van gevangenschap. Hoe eenzaam moet dat zijn? Om hier uit te komen op de manier waarop hij dat deed, moet je wel uiterst gedisciplineerd zijn en zeer vergevingsgezind. Bij mij roept dat alleen al een diep respect op.  

Bij de officiële herdenking miste ik de stilte. Goed. We hebben te maken met een andere cultuur. Met een andere manier van het uiten van emoties en van rouwen dan de onze. Men danste en zong om vooral zijn leven te vieren. Prachtig en dat meen ik oprecht. Maar ik vond het stuitend te zien, dat vooral de blanke grootheden onder ons elkaar tijdens toespraken en het wisselen van sprekers uitgebreid begroetten en zo te zien wat laatste nieuwtjes uitwisselden. Wellicht konden die gebruikelijke onderonsjes niet eerder plaatshebben. Maar wanneer een ceremonieleider een aantal keren met klem vraagt om stilte tijdens het gesproken woord en wanneer je door je aanwezigheid uiting wilt geven aan wat deze grote leider je gebracht heeft, dan vind ik dat je de beleefdheid moet opvatten het verzoek op te volgen. Dan zou je dus eigenlijk gewoon stil moeten zijn en het voorbeeld moeten volgen van de man om wie het draait: Mandela. Je zou de discipline moeten opbrengen stil te zijn, stil te luisteren – misschien naar wat er juist niet gezegd werd – om daarmee de laatste eer te brengen aan een bijzonder mens.

Gezien de vele positieve reacties op deze herdenking geloof ik, dat ik iets gemist heb. Dat klopt: ik heb de televisie uitgezet. Wellicht te vroeg. Of misschien heb ik de essentie ervan niet goed begrepen, dat kan.    

Let bygone be bygone. Laat het verleden zijn wat het is. En zo laat ik vandaag die herdenkingsdag voor wat het was. Ik laat het rusten, ik laat hém rusten in de vrede die hij op zo’n onnavolgbare wijze zonder dwang toch afdwong.

 

Het laatste woord is aan hem:

Education is the most powerful weapon you can choose to change the world…

                                                                                                             Nelson Mandela

dinsdag 10 december 2013


Let bygone be bygone
                        Nelson Mandela

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

donderdag 5 december 2013


Dag Sinterklaasje…

Matineus ben ik niet. Alles behalve. Maar de waarschuwing van de weerman dat het op 5 december in de loop van de ochtend flink zou gaan stormen, zat goed in mijn oren geknoopt. Vanochtend stond ik dus vroeg op en om kwart voor negen zat ik gedoucht en wel met mijn boodschappenmandje op de fiets. Zoiets gebeurt zelden, omdat ik altijd eerst de hond uitlaat op dat tijdstip. Aangezien we gisteren ons late rondje na middernacht aflegden, vond ik dat die boodschappen voor moesten gaan en dat Molly nog een half uur mocht uitslapen.
            Het waaide al aardig en flink trappend tegen de wind in zette ik koers naar het dorp. De route loopt langs de basisschool en al van verre klonken de Sinterklaasliedjes. De kinderen deden hun best. Het stemvolume maakte dat het leek alsof de melodietjes opeens anders getoonzet waren, maar na enige inspanning herkende ik van lieverlee toch de eerste regels van het ook door mij veelbezongen Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht.
“Aha,” drong het tot me door. “Het is 5 december, de school verwacht natuurlijk hoog bezoek!” Ik minderde vaart. De kids, leerkrachten en een paar ouders stonden op het schoolplein de Goedheiligman opgewonden op te wachten. Het was met recht een wild geraas van je welste. Dat me dit nu toch ten deel viel, van zoveel blijdschap werd ik vanzelf vrolijk en vooral alert. De ochtendsluiers vielen terstond geheel van me af, de kinderen juichten een einde aan hun enthousiast gezongen  lied. Even bekroop me het gevoel, dat ik te vroeg was. Jammer, ik zou de aankomst van de Sint missen…

Maar het geluk is altijd met de domme en met de goedgelovige. Hoefgetrappel. Mijn hart ging er sneller van kloppen. Daar kwam in draf een prachtig Fries paard de bocht om met erachteraan een open koets. Ook zwart. Het edele dier brieste, schudde het hoofd, minderde vaart. Ik stapte af op de smalle weg en wachtte. Een begeleider sprong van de wagen en ging naast hem lopen. Het dier stapte gerustgesteld door. Het lage tempo maakte, dat ik tot mijn blijdschap in de open landauer kon kijken, waar twee vrolijke Zwarte Pieten nog even de laatste nieuwtjes deelden met Sinterklaas. Het zag er prachtig uit. In het oude laantje met de berkenbomen leek de tijd stil te staan. We keken elkaar aan. De blik van de bisschop in zijn mooie rode mantel en de vrolijke Pieten in hun fleurige pak maakten het kind in me klaarwakker. Bevangen door de plechtigheid van het moment en aangemoedigd door een uitzinnig schreeuwende schooljeugd die nu de koets zagen opdagen, riep ik spontaan: “Nou, dat overkomt ook niet iedereen! Dag Sinterklaas!”

Zeg nou zelf. Zoiets is toch een gelukkig toeval?


Met de hoofdpiet en de Zeurpiet in het Sinterklaashuis te Bergen, december 2010
 
 

Moeten of mogen?

In mijn prilste jeugd werd me verteld dat je dingen mócht en dingen móest. Onder “mogen” kon je uitkomen, het was niet verplicht, zoals “moeten”. Zo moest je bijvoorbeeld dagelijks je tanden poetsen. Dit moet nu eenmaal, als je zo lang mogelijk je gebit wilt behouden.  Ouders willen dat voor hun kind en dus moet dat kind daaraan meewerken. Punt.


Ging je vroeger naar de dokter, dan “moest” je daar terplekke óók heel wat. “Doe je mond eens open, nu moet je je tong uitsteken en “A” zeggen. Je moet diep inademen en lang uitademen, dan beluister ik je longen. En nu moet je je omdraaien.” Er is niets mis met dit moeten. Als lerares van net aan 22 zei ik ook (terecht) tegen mijn leerlingen dat ze na de handenarbeidles hun eigen rommel op moesten ruimen.
            Wanneer heeft er opeens een softe omslag plaatsgevonden, zodat “moeten” plotseling “mogen” werd? Op grond waarvan? Onlangs moest ik – jawel, het moest! – een dexascan laten maken om de botdichtheid te laten bepalen. Wanneer je botten broos worden, begin je te krimpen, dus gaat er een lengtemeting aan vooraf. Heel logisch en eveneens belangrijk, zo’n meting, een “must” zullen we maar zeggen. Maar nee: “U mag uw schoenen uitdoen en daarna mag u bij de meetlat gaan staan. Dan mogen nu de hielen helemaal tegen de muur.” Er werd zwijgend wat gerommeld aan de liniaal. Het duurde lang. Zodra het volgende “Dan mag u…”volgde, dacht ik dat het klaar was, dat ik weg mocht ten behoeve van deel 2 van het onderzoek. Dus ging ik door de knieën om vlug onder de dwarslat weg te kunnen. FOUT! “Hè, niet door de knieën gaan, dat gaat niet werken!” klonk het bestraffend. Alsof ik dat niet zou weten. Zou ik er zo dom uitzien? Of zou het liggen aan het feit, dat ik niet móest staan waar ik stond, maar mócht? Ging er binnen in mij een soort automatisme werken – dingen die mogen zijn geen plicht… Had deze dame die dagelijks niets anders doet dan dexascans maken met daaraan vooraf een meting mijn lengte dan nog steeds niet bepaald? Oeps. Snel drong ik mijzelf terug in positie, gespannen afwachtend. Ja. Nu mocht ik écht weg voor een nieuwe opdracht. “ U mag op de weegschaal gaan staan!” was het volgende kleurloze bevel. Mogen of moeten, dacht ik. Als het niet per se hóeft, dan winnen we tijd bij mijn weigering…
“Zo, dan mag u nu op uw rug het bed gaan liggen,” klonk het zodra ook het gewicht genoteerd was. De dame bestudeerde mijn status. Ze zuchtte. Er volgden allerlei aanwijzingen, van die dingen die ik mócht opvolgen, maar wel snel en goed, graag. “Wat gebeurt er als ik het nu eens níet doe?” voelde ik me recalcitrant worden. “Als ik gewoon zeg, dat ik op mijn zij wil liggen, of op mijn buik?”

Flauw, natuurlijk. Maar hoe langer ik erover nadenk, hoe krommer ik het vind, dat je in ons land geen instructies krijgt op de meest efficiënte manier, in dit geval door gewoon van een patiënt vriendelijk te verlangen wat hij móet doen om binnen een zo kort mogelijke tijd een optimaal resultaat te bereiken ten behoeve van zijn gezondheid. Laten we daarom het moeten weer gebruiken waar het voor dient! 
Je moet al zoveel? Is dat het? Welnee. We wíllen de hele dag door teveel. Leg díe lat gerust een beetje lager voordat je door de knieën gaat voor dat heilige moeten. Het werkt!

 

 

maandag 2 december 2013

Lekker slapen is tegenwoordig niet zo eenvoudig

Lekker slapen is tegenwoordig niet zo eenvoudig. Dat geldt zowel voor volwassenen als voor de jeugd. Als je hierin iets herkent, lees dan vooral verder.                          
Onderwerpen over kinderen wekken altijd mijn interesse. Dat kan ook niet anders, want het was vroeger mijn vak, ik ben er op HBO-niveau in opgeleid. Toen ik dus laatst een blad voor ouders onder ogen kreeg, heb ik het met aandacht gelezen, vooral toen aan de orde kwam, dat heel veel kinderen in elke leeftijdscategorie te weinig slapen. Hoe het komt? Ze zitten vaak vlak voordat ze naar bed gaan achter de computer, met een laptop, smartphone of iPad te spelen of te netwerken, of ze mogen nog een uurtje gamen, zelfs in bed. Steevast eindigt dat in een zogenaamd liedje van verlangen: “Nog heel even, bijna klaar!” Herken je dit? Let dan op: Kinderen komen daardoor nl. steevast te laat toe aan hun nachtrust. Door het felle licht van het beeldscherm van voornoemde apparaten raakt de interne klok in de war. De aanmaak van melatonine – om in te kunnen slapen – wordt uitgesteld, waardoor de hersenen je langer wakker houden. Heeft het kind daarnaast nog ingespannen zitten gamen, of spannende Whatsapp berichten te verduren gehad, dan heeft hij gegarandeerd ook te veel adrenaline in zijn bloed. Te weinig melatonine in combinatie met een teveel aan adrenaline verstoort het inslaapproces helemáál.
Zelfs jonge kinderen raken zo oververmoeid. Pubers worden daar suf van, maar jonge kinderen juist niet. Die reageren er hyper op. Deze kleintjes staan na een te korte nacht nog steeds “drukdoenerig” op. Ouders denken daardoor, dat hun kind “gewoon weinig slaap nodig heeft.” Niets is minder waar! De hersenactiviteit raakt ontremd. Dat heeft een effect op bijvoorbeeld de concentratie. Al snel luidt het oordeel: ADHD, aldus neuroloog Hans Hamburger, o.a. slaapdeskundige en  voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Slaap- en Waakonderzoek. Al gauw krijgen deze kinderen Ritalin, omdat ze moeilijk te hanteren zijn. Maar daarmee ben je niet af van de oorzaak! Integendeel: “Het lijkt er een beetje op, alsof kinderen ’s morgens aan- en ’s avonds uitgezet kunnen worden…” Stuitend vond ik dat. Vandáár dat zoveel kinderen opeens het stempel ADHD krijgen met alle gevolgen van dien. Tijdens mijn opleiding en in de tien jaar dat ik lerares was – handenarbeid en gezondheidskunde/kinderopvoedkunde – was dit een zeldzaam fenomeen en heette het nog MBD: minimal brain damage.

Zouden ouders beseffen waar hem de werkelijke oorzaak van die drukdoenerij in schuilt? Zitten ze met de handen in het haar en weten ze niet hoe ze hun kind los kunnen rukken van hun beeldschermen? Hoe zou het dan zijn je kind uit te leggen dat het niet goed voor hem is. Net zo min als plotseling oversteken, je hand op een hete gasbrander leggen of zwemmen in zee zonder diploma. In alle gevallen is het schadelijk voor je kind. Leer hem, dat hij bijvoorbeeld om 19.00 uur zijn apparatuur moet inleveren. Punt uit – er valt niet aan te tornen. Je hebt een paar dagen een scène, maar je onverbiddelijkheid zal het winnen. Vooral wanneer je iets gezelligs gaat doen: een spelletje, samen tv kijken. En helemaal als je gaat voorlezen. Maak daar een ritueel van. Als je dit consequent volhoudt, komt het goed. Dat was nl. ook de boodschap van de heer Hamburger. Eenmaal terug in een natuurlijk slaap- waakritme, dan heb je alles weer onder controle en je kind ook. Slaap lekker!