donderdag 5 juli 2018

Zijn
Vorig jaar omstreeks deze tijd besloot ik niet langer door te sudderen op de golven van het leven rondom me, het leven waarin van buitenaf allerlei behoeften gecreëerd worden, waaraan ik eigenlijk totaal geen behoefte hád en héb. Willen we de aarde redden, dan helpt die gasafsluiting niet. Dan dienen we werkelijk in alle opzichten te consuminderen. Dan moeten we onze kinderen hun telefoon laten inleveren, hem zelf wegstoppen en eropuit gaan met ze. Spelen, samen de natuur in. De fantasie kietelen, knutselen. Samen lachen en (op)groeien.Als je alleen al kijkt wat er elk weekend en vaak ook door de weeks georganiseerd wordt om ons bezig te houden. Je hoeft nooit thuis op de bank te zitten. Je kunt altijd iets “beleven”, iets “doen”, “leren” of “afleren”. Iets “kopen” of juist “verkopen”. En véél consumeren. Met de auto, of op de elektrische (!) fiets, een raar fenomeen. Er is ook teveel om te “hebben”. Terwijl we nota bene gewóón al zoveel moeten doen en hebben. Het leven en je sociale netwerk lopen door. Werken snoept de meeste tijd op. Huishouding, gezin, tuin, de dingen die je doet binnen je sociale netwerk. Die worden leuker als iedereen minder “moet”!  
Voor al die opgedrongen invloeden van buitenaf besloot ik me af te sluiten. Terwijl ik iets kocht voor een vriendin bij mijn favoriete Bergerac viel mijn oog toevallig op de uitvergrote attributen van het spel “Scrabble”. Mijn ouders speelden het jarenlang elke avond en vroeger of later wil je dan als kind meedoen. Herinneringen dreven boven, terwijl ik de – in dit geval gekleurde – houten letterplaten door mijn handen liet gaan. In mijn hoofd vormden zich woorden: onthaasten, herinnering. Het was niet alleen tijd voor dat cadeautje, maar ook voor een ijk-momentje. Vanuit jeugdherinneringen werd ik meegezogen naar het nu. Mijn ouders genoten destijds van iets wat ze uit zichzelf haalden. Het verbond hen. En ze gaven mij, hun kind, zelfs nu nog, veel mee. Dat laatste deden ze sowieso. Mijn vader was handig, mijn moeder was altijd bezig met zelfmaakdingen. Toen wij klein waren en op Aruba woonden, leerde ze ons figuurzagen. Op het terras, dé plek om te kliederen. Bij Bergerac, waar alles draait om een gezellig thuis, met in mijn handen het woord ZIJN, stond ik opeens te zijn, mezelf te zijn.

Volgens mij is het leven dáár voor bedoeld. Haal je één letter weg, dan staat er ZIN, als in “zingeving” en “daar heb ik zin in!” Of er staat “ZIJ”. Ja. Zij had zin in zijn en zag de zin in van zijn. Thuis heb ik het uiterst prettig. Steeds dat bezig gehouden worden, dát staat mij zo tegen. Apathisch toekijken of luisteren naar anderen die iets staan te doen, waarbij het me lang niet altijd boeit binnen de huidige zesjescultuur. Het leidt af van waar het in het leven om gaat. Het is slechts opvullen van leegte. Jezelf bezighouden geeft vol-doening, vervulling. Je oefent je motoriek, zet je hersenen aan het werk; maakt je zelfredzaam, het kietelt creativiteit, geeft zelfvertrouwen. Je hebt er anderen wat mee te bieden. Het is niet: in je uppie door het leven gaan. Integendeel. Vanzelfsprekend trek ook ik erop uit. Naar Scorlewald, bijvoorbeeld, waar de jaarlijkse Voorjaarsmarkt plaatshad. Daar heerst warmte, aandacht, liefde, een bijzondere productiviteit en effectiviteit, dat voel je. Die rust! Het weerspiegelt dat we er allemaal mogen zijn, dat je volkomen jezelf mag zijn. De wereld ontspant ervan. Dat is geluk. 
Zo verheug ik me alweer op de International Holland Music Sessions. De jonge musici, díe mogen mij bezighouden. Niet vanwege het entertainen, maar omdat het complete plaatje me raakt: dat talent, de ontwikkeling ervan, de toewijding, het opdoen van podiumervaring, de betrokkenheid van de organisatie. Weer een ultiem voorbeeld van "er ZIJN, waaraan ik me dan mag spiegelen. Die houd ik erin: Zin in zijn. Écht zin in. Zijn...
 
...en ook nog best een goed puntenaantal...
;-)

 

dinsdag 9 januari 2018

Oer-Hollands

Ooit woonde ik aan het riviertje de Alblas dat slingerend de groene Alblasserwaard heel veel charme bezorgde. In de zomer, omdat ik erin zwemmen kon, zij aan zij met mijn drie labradors. Maar als ik mag kiezen, zat hem de jeu toch vooral in de winter, omdat in berijpt of besneeuwd land het water zwart oogde, een contrastrijk gezicht. Begon het vervolgens dóór te vriezen, dan stroomde het bloed sneller door ieders aderen in het lieflijke dorpje. Met zijn allen kéken we dagelijks het ijs dikker. Vanuit mijn eetkamerraam zag ik het opeens gebeuren: aarzelend bond de eerste de ijzers onder, en nog één, kortom: binnen een dag ging het hele dorp uit rijden. Kinderwagens werden voortgeduwd door vaders op hockeyschaatsen, achter gammele stoelen werd door jong en oud geoefend of gekrabbeld en men wandelde langs met kinderen op de slee. Oudere generaties zwierden en draaiden hand in hand in lange jassen  op kunstschaatsen, zelf bond ik de stalen noren onder. Je kon prachtige tochten maken, helemaal tot aan de molens van Kinderdijk, waar het me eens overkwam, dat het begon te sneeuwen en uit die witte mist doemde al klingelend een arrenslee op, voortgetrokken door paarden. Dan schaats je in een kerstkaart. Zoveel rijkdom en sfeer. Meteen stonden de koek-en-zopietenten op het ijs; muziekje erbij, iedereen blij! Molentochten waren georganiseerd, de route werd schoongeveegd en in een lange slinger gleed half Nederland aan ons huis voorbij. Ook bij mij stond de erwtensoep te pruttelen op het fornuis en onze oprit vol met auto’s van vrienden. Nederland en ijs: een mooiere combi bestaat niet.

Mijn hart ging dan ook sneller kloppen zodra ik een overdekte ijsbaan zag verrijzen naast de Ruïnekerk. En wat voor één. Helemaal opgetuigd, met ijskristallen, een poolbeer en een ultra luxe lounge koek en zopie. Hulde aan de ondernemers en de altijd aanwezige, zo aardige IJsmeester voor wie ik van oudsher nu eenmaal een grote vriendschappelijke zwak heb. Zij maakten dit mogelijk, net als de sjouwende mannen die de boel hebben opgebouwd en de gemeente Bergen die dit (ik zou bijna zeggen: vanzelfsprekend) goedkeurden. Vrolijke gezichten alom, want ja, zo’n opbouw alleen al schept een band. Zelfs toen ik ze boodschappen doend voor de voeten liep, kon dat de stemming niet drukken – in tegendeel: het werd beloond met herkenning: een hé Diede / hé jij hier?! – en een warme omhelzing. Daarom houd ik zo van onze dorpen.
Als er zoveel liefde en aandacht in een project zit, dat zelfs mijn favoriete supermarkt er financieel voor zorgt dat wij via onze inkopen aldaar gratis toegangskaarten kunnen sparen, kan ik niet alleen vanwege dat schaatsen mijn beste Deentje voorzetten. Dus heb ik me als vrijwilliger opgeven.  

Beetje jammer dat er soms wat lelijke opmerkingen overheen glijden. Voor deze keer: IJs erover. Laten we dat glijden nu toch eens gewoon uitsluitend doen op de baan omdat het kán. Effies die negativiteit bevriezen die wel eens de ether ingestuurd wordt. Positiviteit trekt véél meer goeds aan, dan elke keer die narigheid. Net als ijzel levert het meer kwaad dan goed op. Laten we liever gezellig met zijn allen gaan genieten op een manier waar Holland groots in is. Is het niet leuk het goede voorbeeld te geven door onze kinderen te laten zien hoe het ook kan? Lekker wintersporten en dankbaar zijn voor dit in de schoot geworpen cadeau. Zelfs ik, alles behalve ondernemend – voor menig schrijfactiviteit werk ik serieus, maar word ik níet uitbetaald – kan zien dat met deze IJsbaan geen winsten geboekt gaan worden. Alleen al het bevroren houden van die best grote ijsplaat doet me rillen. Enne… Soms is het wellicht goed de schade aan het milieu weg te strepen tegen het verbeteren van een ander type milieu. Zeg nou zelf: als íets ons allen kan verbroederen, dan is het IJspret.


Deze blog verscheen eerder als column in het Bergens Nieuwsblad

zaterdag 6 januari 2018

Verwaarloosd...
Na vandaag een flinke boswandeling gemaakt te hebben met May en haar onafscheidelijke bal ben ik nog bezweet en wel van alle inspanningen doorgestoomd naar de zolder: tijd om een was op te hangen en wat stofzuigwerk te doen. Prima, na zo'n lekkere warming-up in de buitenlucht! Eenmaal bezig besloot ik niet alleen de trap naar beneden te zuiveren van hondenharen, maar ook de "slaapetage" en de trap naar de woonkamer. May kan trappenlopen als de beste en gaat altijd op haar kussen in mijn werkkamer liggen, zodra ze hoort dat ik de computer heb opgestart. Daarbij volgt ze me overal op de voet en ik vind het best. Als zij graag in mijn buurt is, mag dat. Dan maar wat extra stofzuigen. Die haren neem je sowieso mee via je statische schoenzolen, dus extra werk brengt het toch met zich mee, zo'n viervoeter in huis. Voorlopig weegt het plezier ruimschoots op tegen dit soort klusjes.
Schaamteloos geef ik toe dat ik de boel een beetje verwaarloosd had, mede door de heerlijk rustige feestdagen, zodat het Dyson stofreservoir helemaal vol zat, nadat elke hoek van mijn huis een beurt had gekregen. Maar wat een feest dat alles nu weer spic & span is!
Ondertussen had ik mijn computer aangezet, omdat ik nog een betaling moest verrichten. Vooruit: dan ook maar even een half uurtje Facebooken. Vandaag, Driekoningen, is per slot de geboortedag van mijn moeder. Zij poogde mij de kunst van het huishoudelijk werk bij te brengen, maar zoals jullie nu begrijpen niet met succes. Gelukkig vielen haar andere opvoedpraktijken en lessen wel als het ware in vruchtbare grond. Zij was een engel en aan haar heb ik veel te danken. Terwijl ik wat foto's bijeenzocht, realiseerde ik me dat zij op deze 6e januari haar 95e geboortedag zou vieren, als zij nog geleefd zou hebben. Een mijlpaal.
Vervolgens vond May het nodig dat ik weer even wat buitenlucht op moest doen, samen met haar. Zo gezegd, zo gedaan, in de schemering. Het leek wat frisser te worden, zou het dan toch nog gaan winteren? Een gezellige binnenkomende mail maakte dat ik toch weer plaatsnam op mijn bureaustoel.
Eindelijk vond ik ook een toepasselijke manier mijn Facebookvrienden een gelukkig 2018 toe te wensen. Het mag nog net, op deze dag. Dan zit de eerste week van januari er alweer op! De dagen lengen al, we gaan naar het voorjaar toe. In mijn tuin bloeit er sinds een week een margriet, een roos staat in knop en twee goudsbloemen staan naar licht te verlangen om zich werkelijk te kunnen openen. Doodeng. We moeten echt met zijn allen werken aan het voorkomen van rampen door het opwarmen van de aarde...
Ten slotte - eenmaal bezig schoon schip te maken - opende ik mijn Blogspot. Jéétje - als ik iets verwaarloosd heb, is het dát wel. Hoewel het tegen achten loopt, ik nog moet koken en eten, vind ik dat ik dit blogje schrijven moet. Op naar méér tekstwerk via mijn Blogspot. May aan mijn voeten, heerlijk opgerold. Ze heeft al met al een prettig leven en dat gun ik haar. Want ooit was ook zij ernstig verwaarloosd. En nu? Ze verstaat alles. Zo kan ik haar op de dingen, die ze niet prettig vindt, voorbereiden. Toen ik vanochtend nog een was ophing, zei ik bij de laatste sokken tegen haar:
'Nu moet ik stofzuigen, May!' En daar ging ze, één etage lager.
'Nu ga ik haren föhnen,' begrijpt ze eveneens als de beste. Onmiddellijk vlucht ze naar beneden, dan kruipt ze op haar kussen in de woonkamer. Nee, als er één niet meer verwaarloosd is, dan is het May. daar laat ik maar wat graag wat haren voor liggen op de trap of elders.

 
Mijn moeder was een engel, aan haar oor fluistert de slak, die ik ben m.b.t. huishoudelijk werk...