Dag Sinterklaasje…
Matineus ben ik niet. Alles behalve. Maar de waarschuwing
van de weerman dat het op 5 december in de loop van de ochtend flink zou gaan
stormen, zat goed in mijn oren geknoopt. Vanochtend stond ik dus vroeg op en om
kwart voor negen zat ik gedoucht en wel met mijn boodschappenmandje op de
fiets. Zoiets gebeurt zelden, omdat ik altijd eerst de hond uitlaat op dat
tijdstip. Aangezien we gisteren ons late rondje na middernacht aflegden, vond
ik dat die boodschappen voor moesten gaan en dat Molly nog een half uur mocht
uitslapen.
Het waaide
al aardig en flink trappend tegen de wind in zette ik koers naar het dorp. De
route loopt langs de basisschool en al van verre klonken de Sinterklaasliedjes.
De kinderen deden hun best. Het stemvolume maakte dat het leek alsof de melodietjes
opeens anders getoonzet waren, maar na enige inspanning herkende ik van
lieverlee toch de eerste regels van het ook door mij veelbezongen Sinterklaasje,
kom maar binnen met je knecht.
“Aha,” drong het tot me door. “Het
is 5 december, de school verwacht natuurlijk hoog bezoek!” Ik minderde vaart. De
kids, leerkrachten en een paar ouders stonden op het schoolplein de
Goedheiligman opgewonden op te wachten. Het was met recht een wild geraas van
je welste. Dat me dit nu toch ten deel viel, van zoveel blijdschap werd ik
vanzelf vrolijk en vooral alert. De ochtendsluiers vielen terstond geheel van
me af, de kinderen juichten een einde aan hun enthousiast gezongen lied. Even bekroop me het gevoel, dat ik te
vroeg was. Jammer, ik zou de aankomst van de Sint missen…
Maar het
geluk is altijd met de domme en met de goedgelovige. Hoefgetrappel. Mijn hart
ging er sneller van kloppen. Daar kwam in draf een prachtig Fries paard de
bocht om met erachteraan een open koets. Ook zwart. Het edele dier brieste,
schudde het hoofd, minderde vaart. Ik stapte af op de smalle weg en wachtte. Een
begeleider sprong van de wagen en ging naast hem lopen. Het dier stapte
gerustgesteld door. Het lage tempo maakte, dat ik tot mijn blijdschap in de
open landauer kon kijken, waar twee vrolijke Zwarte Pieten nog even de laatste
nieuwtjes deelden met Sinterklaas. Het zag er prachtig uit. In het oude laantje
met de berkenbomen leek de tijd stil te staan. We keken elkaar aan. De blik van
de bisschop in zijn mooie rode mantel en de vrolijke Pieten in hun fleurige pak
maakten het kind in me klaarwakker. Bevangen door de plechtigheid van het
moment en aangemoedigd door een uitzinnig schreeuwende schooljeugd die nu de
koets zagen opdagen, riep ik spontaan: “Nou, dat overkomt ook niet iedereen! Dag
Sinterklaas!”
Zeg nou zelf. Zoiets is toch een gelukkig toeval?
Met de hoofdpiet en de Zeurpiet in het Sinterklaashuis te Bergen, december 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten