Samen op weg in 2017
De
klassieker “Alleen op de wereld”, van de auteur Hector Malot, is verfilmd en was te
zien op de tv. Onze streekgenote Mieke de Jong werkte mee aan het scenario. Als
kind las ik de versie die mijn moeder in 1933 als 10-jarig meisje gekregen en
stuk gelezen had. Het is de volledige uitgave met “48 illustratiën van Tj.
Bottema en J.W.M. Wins”, uitgebracht door uitgeverij P.D. Bolle te Rotterdam,
lees ik, de 19e (!) druk van een nieuwe bewerking door J.M.
Bloemink-Lugten en F.H.N. Bloemink. Dat moet Bergenaren aanspreken, want
iedereen herinnert zich dokter Lugten, de huisarts, nog wel. Ik doe dat en kan
hem nog uittekenen. Zou mevrouw Bloemink een tante van hem geweest zijn?
Naar de televisieafleveringen kon ik
niet kijken. Misschien wílde ik er niet naar kijken. Bij het originele verhaal fantaseerde
ik eigen beelden. Als ik daaraan terugdenk, zie ik de oude Vitalis zó voor me, hoe
hij zich ontfermde over de jongen die alleen was op de wereld. Het kind Remi,
de honden die zich bij hen aansloten. Dit heeft er zeker voor gezorgd, dat ik
in honden een grenzeloos vertrouwen kreeg en ervan droomde ze zélf te hebben.
Een droom die uitkwam, de volgers van mijn columns weten dat. Inmiddels dwaal
ik (na 4 labradors) met een zwerfhond langs onze dreven en door ons mooie bos.
Nee, die eigen fantasiebeelden wil ik niet loslaten. Het liefste zou ik het
boek met de zwaar vergeelde bladzijden weer eens lezen in de Nederlandse taal
van toen. 1933, een cruciaal jaar voor de wereldgeschiedenis.
Wie had toen durven denken dat tegenwoordig
de naam van de eenzame Remi wel eens wordt gebruikt als scheldwoord? Wellicht
zal dit, na deze serie gezien te hebben, níet meer gebeuren. Toch schoot het
oneerbiedig door me heen, toen ik onlangs midden op de dag door Bergen
wandelde, op de stoep voor de Vanilia-winkel. Zo’n vijf meter vóór me liepen
twee veertigers, vriendinnen, zo te zien. Ze waren in gesprek, leken de
tegemoetkomende oudere dame te zien, maar weken niet uit: de links lopende vrouw
botste met haar schouder flink tegen die van de tengere tegenligger. Au. Het
tweetal werd boos, terwijl de dame verschrikt opkeek en er terecht geïrriteerd iets
van zei. Het had geen effect. Dus knoopte ik een gesprekje met haar aan. We
waren het erover eens: het is onvoorstelbaar dat mensen van alle leeftijden tegenwoordig
stug met zijn tweeën naast elkaar blijven doorlopen, met als lichaamstaal: “Ik heb
het recht hier te lopen en dat blijf ik doen, zoek jij het zelf maar uit.” Als
je dat daadwerkelijk doet zonder uit te wijken, is Leiden in last. Hoe moeilijk
kan het zijn even “in te dikken”, zodat er plaats is voor drie of vier? Een
vriendelijk contactmoment zal volgen, waarbij alle partijen uitstralen: we zien
elkaar, geen probleem, samen komen we er wel! Of zelfs: “Jij mag eerst!” Hoe
veel leuker is dit, dan het stuurse doorstampen met een hardhandige aanvaring?
Waarom gebeurt dit dan toch zo vaak? Ook mij overkomt het, zelfs in het bos, waarbij
ik dan door de tegenliggers soms de blubber in gedwongen word, omdat zij te
beroerd zijn hun eigen ritme te doorbreken en me anders platwalsen, omver
maaien met hun prikstokken. Nu evalueerden de oudere mevrouw en ik in harmonie
met elkaar het gebeurde. We waren het erover eens, dat zelfs fietsers per se
naast elkaar moeten blijven rijden als ze inhalen of als er een tegenligger
aankomt. Waar zijn de beleefdheidsvormen gebleven? Is het echt de bedoeling dat
het recht van de sterkste niet alleen in de jungle geldt, maar ook op de
openbare weg van het rijke westen? In een gat als Bergen? En dat jij, als
underdog, dan de straat op gedwongen wordt, voor “de leeuwen” geworpen, wanneer
stoep of fietspad voor drie personen te smal is? Is dit het nieuwe “gebruik
maken van de openbare ruimte”? Dan ken ik leukere manieren, zodat je anderen
het gevoel geeft ertoe te doen. Een positieve impuls als oogcontact met
passanten, een glimlach, de ander voorrang verlenen op kritieke momenten, heelt
de wereld, i.t.t. hotsend en botsend door te hobbelen. Neem dan mijn gedroomde,
betrouwbare hond, wanneer we al ballend tegenliggers ontmoeten. “We moeten
wachten!” roep ik en zie, ze wijkt uit en houdt haar bal vast tot het tweetal
gepasseerd is. Gegarandeerd volgt een big smile. Samen op deze wereld is
leuker. De eerste maand van 2017 zit erop. Laten we van de rest mooie maanden
maken.
Oud op hout: 1933-2017, bijna 85 jaar geleden werd dit boek voor het eerst gelezen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten