De wind van voren
Onlangs beluisterde ik bij
toeval een gesprek tussen een radioverslaggeefster en top- en televisiekok
Pierre Wind. Hij is een nieuwe weg ingeslagen, anders geformuleerd: een jonge
ondernemer is die nieuwe weg ingeslagen en heeft gevraagd of meneer Wind er
zijn naam aan wil verbinden. Zo rijdt er binnenkort door Den Haag een
restauranttram. De receptuur draagt de naam Wind. Althans: dat begreep ik uit
het gesprek. Hij – Pierre dus – kookt het eten niet en is ook niet elke rit
aanwezig, maar legt wel uit aan de keukenbrigade hoe het moet en zo. Tevens
bedacht hij gerechten met een leuke “draai eraan”, een “twist”. Hij noemde voorbeelden die ik nu vergeten ben.
Maar goed: trammend door
Den Haag gaan, naar buiten kijken en ondertussen gezellig eten kan een leuk
concept zijn. Van Den Haag houd ik, het was mijn studentenstad, waar ik zelfs
wat langer bleef wonen. Desalniettemin weet ik niet of zo’n restaurantrit voor
mij weggelegd is. Het heeft ook iets aanstellerigs. Is het niet wat doorgeslagen?
De tram associeer ik met forensen, het geluid van ijzer op ijzer waar mijn hart
van ineen krimpt; met de stress rondom de prangende vraag: “Haal ik mijn trein
nog en kom ik op tijd?” Het woord “remise” dringt zich aan me op, “terug naar
de remise” en direct daarna: de moed in mijn schoenen, vergeet het, je komt te
laat! Het nuttigen van een maaltijd met begeleidende wijnen hoort daar niet
bij. Zou het me wel bekomen|? Of bekoren? Misschien moet ik het eens doen met
mijn immer vrolijke studievriendinnen! Kan hilarisch zijn, maar we zullen beslist
vergeten te eten...
Terwijl ik zo mijmer, verslik
ik me in iets, dat ik meneer Wind hoor vertellen, iets dat pertinent niet
klopt. Ook dat nog. Lacherig noemen hij en de verslaggeefster dit tot besluit “het
nieuwe koken”, ja “het nieuwe koken, dat meneer Wind uitgevonden zou hebben”.
Fout! Volgens mij deed
elke zuinige huisvrouw van vroeger het namelijk al ruim voordat meneer Wind in
de wieg lag. En zo niet, dan vind ik dat mijn inventieve moeder de credits verdient die hij zichzelf kort
tevoren heeft toebedeeld. Als iemand dit z.g. "nieuwe koken" heeft uitgevonden, dan is dat namelijk
echt mijn moeder.
Zíj – voedingsdeskundige,
TOP-Thuiskokkin en kooklerares – heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Zij leerde
mij al jong, dat zuinigheid een deugd is en dat je het gas onder je pannen al
eerder uit kunt draaien dan wanneer de werkelijke gaartijd afgerond zou zijn en
je het gerecht kunt uitserveren. De inhoud blijft nog best een tijdje warm, net
als de gasbranders en de gietijzeren pannendragers eronder, zodat je gerechten gerust
blijven doorgaren en toch goed warm kunnen worden opgediend. Doe je dit elke
dag, dan bespaar je gas en alle beetjes helpen, zowel met het oog op je portemonnee
als op het milieu en de gasbel in Groningen. Doet elke thuiskok dit, dan… Nou Nederland,
tel uit je winst! Zou getekend moeten zijn: Annelies Ecury-Athmer.
Niet dat haar enige recht het aanrecht was. Als echtgenote, huisvrouw, moeder, naaister,
breister, milieubewuste hergebruiker van allerhande goederen, poli-assistente gynaecologie,
grootmoeder, intelligent gespreks- en sparringpartner, duizendpoot, enz. enz. en vooral: mijn voorbeeld,
stond zij haar mannetje.
Annelies 1963 Annelies 1943Voornoemde kok mag – met alle respect – mijns inziens niet zeggen, dat dit goede gasbezuinigende idee uit zijn "koker" komt, noch uit zijn keuken. Zelf hanteer ik het principe dagelijks, vanaf dat ik in de vroege zeventiger jaren op kamers ging wonen en mijn eigen kostjes klaarmaakte, met dank aan mijn inspirerende voorbeeldmoeder. Pierre Wind mag veel uitgevonden hebben op kookgebied, maar dít pertinent NIET! Het noopt me voor wijlen mijn briljante moeder op te komen, nu ze dat zelf niet meer kan doen. Dus: sorry meneer Wind: na deze analyse móet ik u de wind van voren geven… en wilt u wellicht wat gas terug nemen. De oorsprong van dit koken is niet nieuw en ligt bij ónze lieve Annelies. Die overigens nog veel meer energiebesparende kooktips in petto had!