woensdag 22 juli 2015

Poppenmoeder

"Zuster! Zuster, ik ben in verwachting," schijn ik enthousiast geroepen te hebben tegen zuster Werenfrida van de RK lagere school in Bergen, toen mijn vader me bij het afscheid voor zijn vertrek naar Aruba en Amerika een babypop beloofde. Tja, de dochter van mevrouw Winder, van wie mijn ouders het huis, waar wij toen woonden, huurden, was zwanger en ik vond dat machtig interessant.
 
De non, volkomen verbouwereerd, schijnt gezegd te hebben: "O ja? En wie is dan de vader?" Waarop ik stralend riep: "Míjn papa!" Toen nog geen enkele reden tot ongerustheid en slechts goed voor een familieanekdote, waarvan melding werd gemaakt in mijn fotoalbum. Overigens had ik al een groot (vnl. Amerikaans) gezin, dat ik begon te stichten op Aruba - hier is dat Ansje, vernoemd naar familievriendin Ans Bonn. En hond Timmy, die ik het liefste overal bij betrok.
 
Mijn kinderen, met de mooiste kleertjes die mijn moeder met veel plezier voor me maakte, liet ik elke dag goed verzorgd achter als ik naar school ging, in de wetenschap dat mijn moeder oppaste. Wel kreeg zij iedere ochtend nieuwe aandachtspunten van me op: Cindy is een beetje ziek, het verband om Mia's hand moet verschoond worden en Linda (vernoemd naar vriendin Linda Bonn) moet keurig haar speelgoed opruimen, hoor! Elke dag verzon ik wel iets anders. Toen had ik al een rijke fantasie :-)
 
En nu ben ik nog altijd in het bezit van bijna al die poppen. Plus de prachtige kleding - gebreid en / of genaaid voor zomer en winter. Kabeltruien, kabelkniekousen, gesmokte jurken... Na mijn vertrek naar NL correspondeerden mijn poppen met die van hartsvriendinnetje Menne Merx, met wie ik maar wat graag speelde. Met de poppen natuurlijk.

zaterdag 11 juli 2015


Er zijn grenzen

Zaterdagochtend, klokslag negen. Hond en ik gaan op pad. Weer eens naar het Schoorlse bos, ook al mag ze daar niet loslopen. Een goede training in het wandelen aan “de leiband”. Ze kan nog wel wat lesjes gebruiken.

We zetten er flink de pas in en laten weldra de molen rechts liggen. Ter hoogte van de basisschool vult de smalle weg zich met een groepje mensen. De gemiddelde leeftijd schat ik op 45. Ze gaan zo te zien hardlopen maar beginnen in een laag tempo. Kleurrijke shirts, strakke broekjes, geen gram teveel en goed schoeisel. Aan de linkerkant, nog net niet in de berm, peddelt een mountainbiker rustig mee.

Inmiddels naderen Hond en ik dit groepje van ongeveer 10, dat nog steeds de gehele wegbreedte in beslag neemt. Van wat er besproken word, kan ik het een en ander volgen en ik vat het samen als “Keek op de week”.  Eén van de dames maakt wilde armbewegingen, een warming up, begrijp ik. Omdat Hond voorop loop, maak ik me geen zorgen. Zij zal straks de weg voor mij vrijbanen, want zodra haar zwarte en hijgende lijfje in het blikveld van één van de potentiële hardlopers komt, doen die ongetwijfeld een stap opzij, houdt het armzwaaien op en dan kan ik hun moeiteloos inhalen.

Bijna is het zover. Dan hoor ik opeens een bescheiden fietsbelgeluidje. Blijkbaar wil nog iemand een poging wagen de meute in te halen. De mountainbiker hoort het ook. Hij kijkt om. Ik loop in zijn kielzog, uiterst links van de weg. Maar er gebeurt niets. Hondlief is bijna naast de groep wanneer een zachte, beschaafde en bescheiden stem vraagt: “Mag ik misschien even inhalen?”

Hèhè, de groep dikt in, de dame – ik schat haar begin 80 – haalt in en ook Hond en ik krijgen vrij baan. Aan mijn gehoor mankeert ondertussen niets. Of spreekt het gezelschap gewoon luid?

“Wel handig dat een fiets een bel heeft,” zegt nummer één. Het klinkt een beetje beledigd, of zal ik zeggen beledigend? “Ja, zeg dat wel,” reageert nummer twee. “Erg handig, zo’n bel. Maar ja, dan moet je hem natuurlijk wel weten te vinden!” Er wordt gelachen. “Nee joh. Ze wist gewoon niet meer hoe het moest,” roept de derde. “Tja, alles wordt moeilijk, als je zo nodig op die leeftijd nog moet fietsen in het weekend,” zegt weer een ander.

Mijn gevoel voor rechtvaardigheid is nog altijd zeer actief. Het aanleren van de deugd “bescheidenheid” behoorde vroeger tot de opvoeding en is tegenwoordig een welhaast onbekend fenomeen. Voor bescheiden mensen – meestal behorend tot een oudere generatie  is er vandaag de dag geen ruimte. De dame in kwestie deed er juist al goed aan vroeg te gaan fietsen om de wielerploegen, rennershorden en strandgangers te ontlopen. Als door een bij gestoken draai ik me dan ook om: “Ze hééft gebeld, mensen. U – ik wijs naar de man met de fiets – kunt dat beamen, u hoorde het. De rest nam gemakshalve de hele weg in beslag en was te druk met zichzelf.” Ik maak daarbij met mijn hand het gebaar van een kwekkende Kermit de Kikker. Zo. Dat voelt na al die denigrerende opmerkingen goed. Natuurlijk komt er van de mountainbiker een vergoelijkende opmerking. Daar reageer ik niet op. Ja zeg. Ik kom hier om te genieten. Er zijn grenzen…

vrijdag 3 juli 2015


Eindelijk weer bloggen!

Een bezige bij mag ik dan zijn – er blijken grenzen te zijn aan mijn kunne. Schrijf ik dat goed? Bestaat dit woord in dit verband? Of loop ik opnieuw aan tegen een van mijn grenzen? Afijn. Het moge duidelijk zijn. In mijn overactieve toch al ruim 60 jaar oude lijf ontwikkelde zich door de frequente verfbewegingen die ik soms dagen achtereen maakte – het record ligt op tien dagen aaneen – RSI. Normale mensen krijgen dat van het dagelijks achter hun tekstverwerker zitten. Ik dus van het hanteren van de verfkwast.

Aanvankelijk dacht ik dat ik van het steeds omhoog kijken naar de te bewerken plafonds, muren en deuren misschien wel een nekhernia had overgehouden. Dat tintelen in mijn vingertoppen en het doorlopende gevoel, alsof ik constant het elektriciteitsbotje in mijn elleboog stootte, vertrouwde ik voor geen meter.

Lieve vriend en voormalig masseur en triggerpointspecialist Victor de Bie hielp me onmiddellijk af van die angst én van de problemen. Hulde. Gewoon aan de eetkamertafel, door me eens goed en vakkundig, trefzeker en daarbij ook nog prettig te knijpen in mijn nek- en schouderspieren. Het getintel is weg!

Inmiddels heeft hij zichzelf omgeschoold omdat hij helaas om gezondheidsredenen mij en anderen niet meer kon behandelen. Al eerder, maar ook recentelijk heb ik me ervan kunnen vergewissen dat hij net zo goed gitaar speelt en zingt als dat hij destijds masseerde. Zo is hij.

En daarom wijd ik, nu ik eindelijk weer eens tijd vind om te bloggen, een van de eerste stukjes aan hem. Want doet hij iets, dan wel met hart en ziel. Dat voelde je en dat voel je nog steeds. Je hoort het nu ook – heerlijk, wat een rustgevende, zwoele en gezellige muziek. Vem Bossa, met uitstekende Braziliaans-Portugese uitspraak, zodat je je waant aan de Copa Cabana, terwijl je gewoon bij Strandpaviljoen Struin zit aan de Noordzee en gewoon met elkaar kunt blijven praten, zo je dat zou willen. Ga ook eens genieten en doe hem dan vooral mijn groeten.

Nu is het voor vandaag welletjes. Stel dat ik anders toch van het bloggen achter die tekstverwerker ook RSI ontwikkel…


Berg je voor dit vergif, Bergen en verre omstreken!                                                                 

De zomer zet door, mijn tuintje staat in volle bloei, de hortensia’s lopen uit en het onkruid tussen de tegels ook. Dat belooft heel wat wiedwerk. Maar alles is beter dan spuiten met onkruidverdelger. Wie nog beweert dat Roundup onschadelijk is, heeft een gigantische plaat voor zijn hoofd. De fabrikant van dit product is al tot 5x toe op de vingers getikt, omdat hij misleidende reclame maakt voor dit gif. Ja, GIF, u hoort het goed. Het is eigenlijk van de gekke, dat wij nog altijd kwistig ons tuintje kuisen met stoffen die mens, dier en milieu vergiftigen. Ik herhaal het nog maar eens, misschien helpt het. Overigens geldt mijn aanhoudende zorg ook voor allerlei andere soortgelijke vergiften, zoals AAWiedex, Touchdown, HG Onkruidweg, Bayer Clean-up (Turbo), Bayer Brush Killer, Brush Advanced etcetera. Soms staat erop dat het “biologisch afbreekbaar” is, maar niets is minder waar. De producenten hebben een term ontdekt, waarmee ze bij velen onder ons elke vorm van schuldgevoel en onrust weg weten te spuiten.

Het schijnt voor gemeenten verboden te zijn Roundup te gebruiken om stoepen en pleinen onkruidvrij te houden. Toch werd onlangs bericht, dat diverse gemeenten deze strikte aanbeveling negeren. En het staat nog altijd in de winkelschappen. Dat verbaast me. Want zouden we er nou niet met zijn allen beter van worden, wanneer we níet blootgesteld worden aan deze giftige verdelger waarin kankerverwekkende stoffen zitten? Daarbij denk ik aan kinderen die op stoepen en in de bermen spelen, aan honden die er lustig op los snuffelen en die de afgelopen jaren – ongeacht welk ras – diverse vormen van kanker blijken te hebben. Terwijl dat vroeger dus nooit bij onze viervoeters voorkwam. Dat er ook in onze gemeente met een of ander middel kwistig op los gespoten wordt, mocht ik vorig jaar ervaren. En dat, terwijl ik nota bene mijn stoep en de ernaast gelegen berm zichtbaar keurig onderhoud. Je kunt er bijna een liniaal naastleggen, zo recht loopt het gras langs mijn stoeprand. Wat deden de heren spuiters? Zij verdelgden een grasrand van zo’n twintig centimeter breed. Tegen de tijd dat ik het ontdekte, was die gehele grasstrook geel geworden en weer enige weken later werd het kale, zwarte aarde… Nu pas begint het groen te worden. Tot de spuiters weer langskomen, vrees ik. U begrijpt dat ik des duivels was. Houd ik de grond waarop en waaraan ik woon ter grootte van een postzegel op handen en knieën onkruidvrij, zodat de mooiste insecten, leukste vogels en allerhande andere diertjes zoals mieren, slakken en spinnetjes, in harmonie op mijn terrein het biologische evenwicht in stand houden, is dat binnen een paar minuten door een niet alerte gemeentespuiter verpest! Het gevolg? De merel die mij dagelijks om zeven uur ’s avonds, (mijn tuiniertijd), toezong en bejubelde, lag dood op de oprit. Want ja, die wist dat het veilig was om na het zingen de kleinste zaadjes tussen mijn tegels op te pikken. Alleen nu even niet – wist hij veel, arme ziel.

Zo ontnam deze gemeentewerker (of ingehuurde spuitgast) mij niet alleen de lol van het zelf schoonhouden van mijn eigen straatje, maar ook nog mijn dagelijkse aubade. Daarnaast werd er kostbare tijd verspild, want wie spuit er nu op een schone stoep? Bovendien druiste deze vooringenomen “hulp bij het wieden” in tegen het regeringsbeleid, dat ons ertoe aanzet zo min mogelijk een beroep te doen op de verzorgingsmaatschappij.

De wereld wordt schoner zonder verdelgers en gifspuiterij. Rijd voortaan s.v.p. mijn huisje voorbij! Dan houd ik het hier redelijk paradijselijk. Bekijk voor de aardigheid de volgende links en huiver. Berg je voor vergif, Bergenaren, boeren en buitenlui en iedereen die er open voor staat te werken aan een betere wereld. Verbeter hem en begin bij jezelf. Een oude volkswijsheid...  





Lekker weertje

Eindelijk zomer met warmte en strandweer. Eerlijk gezegd heb ik het tot nu toe niet echt gemist. Ik klaag sowieso nooit over het weer – misschien blijkt daaruit wel, dat ik niet echt een Hollander ben? Nou, nee. Is het niet gewoon jammer van je energie? Dingen die je niet kunt veranderen, kun je beter gewoon accepteren.

De frisse voorzomer? In dit geval was ik er blij mee. Nog net voor de hitte zich over ons land ontfermde, waren mijn schilder- en opknapwerkzaamheden klaar. De vlag kan uit, het huis staat te koop en degene die het aanschaft, kan zich verheugen in een onderkomen met een goede sfeer en fijne vibes, met veel licht en zon, met een heerlijk bos en een immense heide die te bereiken zijn binnen 3 minuten. Je hoeft alleen maar de weg over te steken. Dan zit je op het landgoed van het voormalige sanatorium voor TBC-lijders en diamantslijpers met stoflongen, Zonnestraal. Een toepasselijke naam, zo in de zomer. De diverse prachtige, authentieke gebouwen van architect Duiker (1890-1935) die beschouwd wordt als een ultiem voorbeeld van het Nieuwe Bouwen, zijn een lust voor het oog en het verveelt nooit erlangs te lopen. Er zijn nu diverse poliklinieken in gevestigd en een praktijd voor tandheelkunde. Altijd handig. Je kunt er heerlijk lunchen in het heel mooie Termeulen Paviljoen.

Dat kun je trouwens ook in de Landgoedwinkel, waar mensen met een beperking je altijd weer even vriendelijk verwelkomen en waar hondlief zo haar eigen privileges heeft. Eén brengt een drinkbak, een ander twee kluifjes, een derde wat aaitjes en een vierde een knuffel. May waant zich Sneeuwwitje, ware het niet dat ze nog altijd gitzwart is. En wij vragen ons allebei altijd af wat die beperking toch inhoudt? Het is er fantastisch, vooral omdat er een werkelijk prachtig aangelegde moestuin omheen ligt, waarvan je de groenten en aardbeien kunt betrekken. Er loopt iemand mee die het allemaal voor je afsnijdt. Boterzachte peultjes, bijvoorbeeld!

Daarnaast heeft het huis prettige buren, de buitenkant is goed geschilderd, de voegen zijn waar nodig hersteld en de elektriciteit is helemaal doorgemeten en gecontroleerd. Bijna zou ik er zelf wel in willen wonen, maar natuurlijk zijn we in de loop der jaren verknocht geraakt aan de kop van Noord-Holland, de kust en de lieve mensen die we er inmiddels hebben leren kennen. Het vriendelijke buurtje en het dorp. Bos en duin, strand en zee. Niets mooiers dan ’s ochtends heel vroeg met de hond naar het strand te gaan. Pootje baden, terwijl zij zwemmend de bal ophaalt. Na al die jaren verveelt dat nooit. Mijn hart en huid gaan open in Bergen aan Zee.

Maar een straf is het niet te vertoeven in Nieuw-Loosdrecht, aan de rand van Hilversum, op 20 minuten rijden van Utrecht en ook vlakbij Amsterdam. De reuring kun je makkelijk opzoeken en daarna volgt aan de Rading de rust. We hebben overwogen op de fiets naar Utrecht te gaan – slechts 17 kilometer ! – om zonder parkeerproblemen de start van de Tour de France mee te gaan maken. Was dit niet een zeldzame kans? Maar helaas. Andere prioriteiten. Het lekkere strandweer, de warmte.
 
Mooie May aan het strand