vrijdag 29 januari 2016


Brave hond                                                                                                             

Het jaar is nog maar net begonnen of we zijn alweer opgeschrikt door heel wat geweld. Laat ik het dichtbij huis houden. Zo werd ik gewaarschuwd door een vriendin mijn hond nooit alleen voor een winkel te laten zitten. Dat doe ik sowieso al zelden en alleen als ik door het winkelraam kan zien of het goed gaat met mijn viervoeter. Nooit bij een supermarkt. Er blijven niet veel winkels over waar het wel kan. Wanneer zij niet mee naar binnen mag, sla ik desbetreffende zaak over. De veiligheid van mijn hond gaat mij vóór alles. Ze zou kunnen schrikken, haar riem doorbijten en de straat oversteken. Er kan een agressieve hond op haar afspringen, of een onverlaat kan haar bij wijze van grap loslaten. Dat er zelfs in het zoete Bergen iemand was die zo’n vastzittende hond dusdanig heeft toegetakeld, dat het dier moest sterven, dát had ik in mijn stoutste dromen niet eens durven vermoeden. Hoe overleef je dat als baas? Oprecht gemeend wens ik hem sterkte.

Het bevestigde mijn gevoelens, waar niet iedereen in meegaat. Overdreven, wat kan er nu gebeuren, onzin, overbezorgd. Alles heb ik langs horen komen. Maar laten we wel zijn: er lopen soms wonderlijke lieden rond. Zo laat ik zelfs mijn hond zelden in mijn auto achter en áls ik dat doe, uitsluitend kort. Zo’n geopend raamkiertje kan nl. de fantasie van zieke geesten op een rare manier prikkelen, daar geef ik geen voorbeelden van. Mezelf zou ik het nooit vergeven, wanneer mijn hond daarvan – en van mijn gemakzucht – de dupe zou worden.

 Ja, het kan zijn dat je daardoor eerst je huisdier moet uitlaten en daarna op de fiets moet stappen voor de boodschappen. En ja, daar wordt je leven iets gecompliceerder van. Hoewel: enige hinder heb ik er nooit echt van ondervonden. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Wat extra lichaamsbeweging, meer buitenlucht en daarmee toch even een gevoel van vrijheid, met de wind door je haren en een frisse neus. Met zomaar wat meer energie om je werk voort te zetten, of een gratis inspiratiemoment. Je kunt kiezen anders te kijken naar bezigheden.

Alles en iedereen die aan jouw verantwoordelijkheid is overgeleverd, verdient zorg, aandacht en liefde. Voor mij gaat dat misschien verder dan voor een ander. Zo vind ik het onbegrijpelijk dat mensen hard langs een drukke weg fietsen met hun huisdier daar achteraan. Los of aan de riem. Een hond blijft een wolfje. Hij kan opeens afgeleid zijn, iets anders doen dan jij verwacht en oversteken. Daarnaast vind ik het vreselijk om te zien, hoe zo’n dier soms poepend en wel aan zijn riem wordt meegesleurd door een snel fietsende baas. En heb je er ooit bij stilgestaan, dat bij ’s zomerse hitte het wegdek bloedheet aan zijn zooltjes kan zijn? Dat elke hond überhaupt wel wat eelt onder de voeten moet hebben en wat spieren rondom de botten om dit zonder pardon te kunnen? Dat hij dus sowieso al heel wat kilometers achter de hielen moet hebben, voordat hij zoiets kán? Ooit heb ik een stel geconfronteerd met de bloedende voeten van hun puppy (!) die zo mee op dagtocht was geweest. Niet alleen die eeltkussentjes bloedden, mijn hart deed dat ook. Het uitlaten van je trouwste vriend wordt er voor hem niet leuker op als hij niet kan scharrelen en snuffelen, vind ik. Hij moet even languit kunnen liggen in het gras, moet kennismaken met andere honden, ermee spelen of ze bewust links laten liggen, zolang het maar zijn keuze is, in vrijheid. Dát verdient hij, na wellicht uren alleen geweest te zijn, omdat er nu eenmaal ook gewerkt moet worden. Dierenartsen stimuleren dat fietsen en waaien mijn bezwaren weg, waarschijnlijk in het kader van de noodzakelijke lichaamsbeweging – beter iets dan niets, mee eens – maar toch. Ik blijf erbij. Een hond vraagt tijd en inzet. Dan is het ook het meest dankbare, het grootste geluk. De onbaatzuchtige vriendschap en trouw die je jarenlang retour krijgt. Tot je op een kwade dag de grootste daad van liefde moet laten uitvoeren, als hij opgewandeld en uitgespeeld is, oud en af. Dat moeilijke moment van loslaten, waar velen vaak te lang mee wachten, zodat leven lijden wordt. Dát moet je voor zijn. Dan beleef je die ongelooflijke overgave die er zijn kan tussen baas en dier, kan hij zich voor eeuwig in rust ingraven in jouw hart, kwispelend door je dromen heen wandelen. Zoals nu de hond van een dierbare vriendin doet met wie ik de afgelopen jaren mocht oplopen. Altijd braaf – en gelukkig nooit geconfronteerd met geweld.

Molly in haar toptijd - wat een brave waakse hond!
Voor altijd in mijn hart...

dinsdag 26 januari 2016


Je kunt toch wel dansen, al dans je niet met de prins     

Deze uitdrukking gebruikte mijn moeder graag, misschien omdat ze zelf was opgegroeid in de wereld van dans en ballet en er zo van hield. Elke keer, wanneer ik iets grensverleggends wilde doen, legde ze hem voor mijn voeten: Je kunt toch wel dansen… Eroverheen springend danste ik, al mocht ik, vreemd genoeg, nooit op ballet. Die wereld werd me alleen gegund toen zij en mijn vader me bij mijn geboorte de naam Giselle gaven, hun meest geliefde ballet. Ook namen ze me al op jonge leeftijd mee om het te zien. Maar daar bleef het bij. Dat heeft me niet gefrustreerd.

Het was en blijft bijzonder naar dit sprookje vernoemd te zijn. Met gevoel voor drama en romantiek wérd ik in de loop der tijd meer en meer “Giselle”. En net als bij het boerenmeisje uit dit ballet van Petipa verliep het in de liefde voor mij ook niet altijd naar wens. Lelijk was ik niet. Maar misschien juist daarom waren het niet altijd de oprechtste mannen die mij probeerden te veroveren. Dat heeft me gevormd, mensenkennis gebracht en veel stof tot schrijven, zegt het positieve in me. Een enkele keer echter gebiedt mijn gevoel voor rechtvaardigheid me, dat het me ook tot wanhoop had kunnen brengen. Dan was het me wellicht vergaan als de Giselle uit het gelijknamige ballet, die erachter komt dat de prins haar het hof maakte, terwijl hij uit hoofde van zijn achtergrond haar nooit had kunnen huwen.

Naamgeving is meer dan uitsluitend een formaliteit. Daar ben ik van overtuigd. Een naam vult iets in dat verder gaat. Zo noemde ik eens een schattige labradorpup Banjer. Hij groeide voorspoedig op, maar schuinsmarcheerde de boel bij elkaar, verwekte heel wat puppies en deed alles wat verboden was, bleek me echter ook om de pink van één poot te kunnen winden. Wat een humor en charme, wat een Banjer!

En zo kan ik niet anders doen dan met een tikje weemoed erkennen dat ik zelf in de loop der jaren heel erg een Giselle was en bleef. Dat werd enige jaren geleden toch maar mooi bevestigd toen ik na een interview met ballerina Daniela Cardim voor het Vriendenmagazine van Het Nationale Ballet met haar wachtte bij de lift ergens onder in het gebouw van het Muziektheater. Danser Jozef Varga, die ik een jaar tevoren gezien had als de prachtige en innemende prins in het ballet Giselle, schreed de hoek om en voegde zich bij ons. Het klinkt gek, maar het had iets magisch. Want is het geen waarachtig toeval, dat van alle leden van dit balletgezelschap juist hij op dat moment verscheen? We groetten elkaar.

Je weet niet, wat ik weet, prins Albrecht, dacht ik, terwijl ik nog eens heimelijk naar hem opkeek. Je staat naast Giselle! De lift tilde ons naar de eerste etage. Een korte rit. Als ik iets wilde zeggen, dan moest het nu!

‘Ik heb je natuurlijk herkend, Jozef, als de prins uit Giselle,’ zei ik in het Engels tegen hem. ‘Graag zou ik me aan je voorstellen.’ Even wachtte ik. Hij keek me verrast en licht vragend aan toen we elkaar de hand schudden. ‘Want weet je, ik ben Giselle – de échte Giselle,’ veranderde ik mijn intonatie en gezichtsuitdrukking veelbetekenend. Jozef kleurde licht, lachte en boog even galant zijn hoofd.
 
‘Don’t fall in love,’ zei hij. ‘You’re too sweet to die young!’ We stopten, hij knikte hoffelijk. De liftdeuren schoven haast geruisloos open. En achter mij weer dicht. Mijn moeders geliefde uitdrukking sprong in mijn gedachten op als een duveltje uit zijn doosje. Maar met evenveel gemak walste ik er in mijn voordeel overheen. Ik kon dan misschien niet met hem dansen, maar dit was toch mooi wel de prins! En ik had met hem gesproken en even meegelift…


Herinneringen
De week van de poëzie met als thema "Herinneringen" is begonnen. Laat ik nu aan het ziekbed van mijn demente moeder een hele dichtbundel geschreven hebben vol herinneringen, met de dwingende titel: "terug die tijd" (ik wil hem overleven).
Herinneringen aan het eiland waar we woonden - Aruba - en waar ik geboren ben. Aan het Noord-Hollandse dorp Bergen waar we gingen wonen in 1960. Aan een gedeeld verleden. Aan de mensen die belangrijk waren en die er nu al jaren niet meer zijn: "portretten op de plank", zoals mijn vader, een tante, mijn oma Athmer. Aan een jaar, dat zomaar opeens weer voorbij kan zijn, zonder een wezenlijk gesprek gehad te hebben met dierbare vrienden.
Eigenlijk barst ik van de herinneringen. Vandaag klikte ik min of meer per ongeluk het "In Memoriam" aan, dat ik schreef en voorlas bij de crematie van mijn moeder op 29 september 2004. Mijn poëziebundel was toen nog niet eens in de maak en op die dag openbaarde ik er twee gedichten uit. In het kader van de Week van de poëzie, van alle herinneringen van iedereen en van die aan mijn moeder in het bijzonder, dit gedicht: "Nacht mama".
Omdat het regent en alweer zo donker wordt. Omdat ik Wil J Schipper​ en Sonja Schipper​ voor eeuwig dankbaar ben voor het grafisch ontwerpen en het maken van die eerste uitgave van deze dichtbundel - een dankbare herinnering op zich, omdat we hem gezamenlijk in elkaar draaiden met van die mooie, koperen schroeven. Omdat ik inmiddels al ruim 11 jaar geen "dochter" meer ben. En omdat ik onmetelijk geboft heb met deze moeder, al was het niet altijd gemakkelijk. Dit gedicht schreef ik toen ik haar eens 's avonds bezocht en zij met de medebewoners van het verpleeghuis in haar ochtendjas bij de televisie zat. De woorden ontstonden als vanzelf, in de auto, op weg naar huis.

Nacht mama,
denk je nog
en denk je dan aan mij,
vlak voor de dag wordt
teruggehaald,
het donker daalt,
de rust?
voor alles - uitgeblust -
nog een keer langskomt,
verward, in flarden;
misschien ken je mij
en kun je me dan zien?
Een laatste keer
zoals ik was en blijf
en ben: jouw kind.
Nacht mama,
droom je nog e
n droom je dan van mij?
 
Uit: "terug die tijd", 2005, Conserve / Uitgeverij In de Knipscheer​.
 
 
Mijn moeder met mij in het kraambed, met kraamvisite, Aruba 02-09-1953
 

donderdag 14 januari 2016


Het duo Kraayenhof en Dobal presenteert 5 sterrenhotel Victoria

Zij kennen elkaar al sinds zijn komst naar Nederland in 1989, toen hij zat in het toenmalige kwartet, waarin ook Carel Kraayenhof speelde. Argentijn Juan Pablo Dobal en Carel Kraayenhof hebben nu als duo naar aanleiding van een nieuw theaterprogramma een cd uitgebracht. Dat kan bijna niet onopgemerkt aan ons voorbijgaan. Hoe mooi is het, bij vrijwel elke klank te voelen dat zij met elkaar communiceren via de muziek, elkaar aanvullen en op elkaar ingespeeld zijn.

Slechts vier maanden na de presentatie in TivoliVredenburg te Utrecht van het live album “In concert” van Carel Kraayenhof en harpiste Lavinia Meijer, hebben bandoneonist  Kraayenhof en pianist / componist Dobal dit theaterprogramma gerealiseerd: “Hotel Victoria”. De titel alleen al spreekt althans mij meteen tot de verbeelding. Want wie herinnert zich niet het legendarische “Hotel California” van the Eagles uit 1976 – u weet wel: such a lovely place, such a lovely face… you can check out any time you like, but you can never leave.

Ook Hotel Victoria is een ode aan een bestaand hotel en de titel van een tango uit 1906, gecomponeerd door pianist Feliciano Latasa. Het fameuze Gran Hotel Victoria te Buenos Aires was jarenlang voor veel musici en artiesten een ontmoetingsplaats. In die jaren zochten zij hun fortuin in deze metropool, omdat juist daar de tango een rage leek te worden. De geschiedenis heeft geleerd dat inmiddels de tango de wereld daadwerkelijk veroverd heeft.

Het Duo Kraayenhof en Dobal  brengt dit titelnummer min of meer als een ode aan elk hotel, want voor de reizende muzikant is een hotel na een concert een rustplaats, een baken in zee, maar ook een ontmoetingsplaats met andere musici. De bar nodigt dan uit de bandoneón toch weer uit de koffer te halen of de oude piano die daar in een hoek staat open te klappen. Om de volgende ochtend wakker te worden in een omgeving die je niet echt meer herkent. “Het muzikantenleven is er een van een “loco lindo”. “Hotel Victoria”, gearrangeerd door pianist Horacio Salgan voor zijn duo met gitarist Ubaldo de Lío, krijgt nu “een ander jasje aan” door de klanken van de bandoneón.

Achter elk nummer, schuilt een mooi verhaal, ook achter de nummers die Carel en Juan Pablo Dobal zelf schreven. Om in de hotelsfeer te blijven is het feestelijke “Enny” opgedragen aan Kraayenhofs moeder ter gelegenheid van haar 80e verjaardag, bij wie hij na optredens in het zuiden van het land met plezier verblijft in “het beste B&B van het zuiden”.

Maar ook uit veel van de andere muziekstukken spreekt een warme menslievendheid, oog voor de wantoestanden in de wereld die er nog altijd zijn, betrokkenheid. Zo ontstond “Frieda’s milonga” na een bijzondere ontmoeting met Frieda Menco (90),  die Carel vertelde hoe ze in de Tweede Wereldoorlog Auschwitz overleefde en hoe ze haar lange leven gewijd heeft aan de wereldvrede, door met veel jonge mensen overal in de wereld in gesprek te gaan over discriminatie. “Charlotte” is opgedragen aan een schoonzus die zich in Groningen inzet voor rolstoelvriendelijke woningen in het centrum van de stad en Juan Pablo bezingt in Sudamérica” het continent waar hij geboren werd en opgroeide, een werelddeel met grote rijkdommen, gevangen tussen twee oceanen; prooi van grote kolonisten Spanje en Portugal, waaronder twee volkeren moesten lijden, de Indianen en Afrikanen.

Mocht u in Nederland zijn, check dan een avondje in bij dit bijzondere Hotel. Op 6 februari zal de officiële cd-presentatie plaatsvinden tijdens het middagconcert in de Noorderkerk te Amsterdam. Kaarten zijn te koop via: www.noorderkerkconcerten.nl. Via de website kunt u de agenda bekijken en meer informatie over de cd lezen. Maar weet: you can never leave…!

 
Photography & graphic design: Rob Becker Beeldverhaal