vrijdag 16 mei 2014


Hoe kon ik de wind vergeten?

Zijn moeder zat op de grond, de inhoud van de hobbykast lag om haar heen. Henrico trof haar zo aan na een alarmerend telefoontje van een verzorger van het verpleeghuis, waar ze woonde. Hij boog zich naar haar toe. Een betrokken zoon.

            ‘Maak je iets voor mij, mama, net zoals vroeger?’ Hij streelde haar krullen.          

            ‘Ja. Wacht. Zie je het? Ik vouw een land van vierkanten, kneed het van blanke klei. Lava. Koraal. Of nee! Geef me een hand strandzand. Eén is genoeg.’ Ze lachte voor zich uit, greep tussen de attributen op de grond. ‘Kijk! Ik schik er water omheen, schoonheid die je meteen pakt. Nu buig ik van gaas in groen en blauw – van dráád buig ik golven, van tule in turquoise vorm ik het. Ruik je het? De zee die ik vertrouw.’ Henrico knielde neer, keek alleen maar, omdat hij haar zo niet kende en toch alles van haar terugzag.

            ‘Straks strooi ik er leven over uit,’ riep ze. ‘Vuisten vol stuiters van glas, glimmende stenen – vissen, precies zoals het was.’ Zijn moeders handen maaiden tussen de lapjes stof, het papier, de kralen en pailletten. ‘Ik graaf uit schuim een schat op aan herinneringen!’ Ze hief haar hoofd, de ogen gesloten. Op de gang riep iemand, ergens sloeg een klok. Henrico telde de slagen. Drie, vier.          

            Herinneringen? dacht hij. Om deze tijd kwam hij als kind uit school, wachtte zijn moeder om met hem te knutselen.

             ‘Zo schets ik de zon, die brandt: dit, dit is mijn eiland!’ Haar gezicht vertrok van pijn. Voetje voor voetje liet zij zich naar haar bed leiden, zakte weg in de kussens.

            ‘Warm. Het is te warm.’ Henrico pakte het tijdschrift van de nachttafel, waaide haar koelte toe. De pagina’s ritselden als palmblad. Hij zag de afbeeldingen. Een reisgids. Hoe kwam zij daaraan? Verre bestemmingen. Mozambique. De Antillen, de Caraïbische Zee.

            ‘Eindelijk thuis,’ zuchtte ze met een lach. ‘Want hoe kon ik de wind vergeten?’
 
 
Een eerder geschreven gedicht boog ik om, verbouwde ik, verstelde ik 
om dit korte verhaal te kunnen vertellen
voor mijn moeder en mijn tantes, mijn vroegere hospita en
voor iedereen die te maken krijgt of heeft met dementie.
     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten