woensdag 7 mei 2014


AIX – als je dit woord hóórt, frons je toch even de wenkbrauwen… als je het zíet, word je blij…

Vanochtend bereidde ik mijn ochtendyoghurt met de heerlijke Granola van Nicolette Bok. Ik was alleen thuis, de telefoon van echtgenoot Han ging en ik nam hem even aan. Een bekende.
            “Ik wou Han even spreken over die ex,” zei hij. Oeps. Zodra ik echter na luttele seconden de naam van de beller op het scherm van de iphone in verband kon brengen met “díe AIX”, ging mij een licht op. Maar laat ik eerlijk zijn: hahaha, het was toch even schrikken. Mijn gespreksgenoot moet het gehoord hebben, even haperde er iets tussen ons. Dus vertelde ik hem, dat zijn rosé voorkomt in mijn laatste roman, “De rode appel”. Gezondheid!

Al toe aan een AIX?


Lees er dan het bijpassende fragment bij, dat ik voor deze pagina heb ingekort bij: [...]

Uit: “De rode appel”, © Giselle Ecury 2013, uitgeverij In de Knipscheer

Misschien heeft Eric me vaker belazerd, dacht ik. Zonder dat ik er acht op sloeg. En nu ik hem betrapt heb, weet ik me geen houding te geven. Ik moet me erop concentreren dat ik niet te geforceerd doe. […]

            De maan was rond en donkergeel boven de daken uitgeklommen om zich in vol ornaat aan me te laten zien – een lampion om met Sint-Maarten snoep mee op te halen. Mijn rosé was lauw geworden. Uit  de ijskast pakte ik de fles om het restant in mijn glas te kunnen koelen met een verse scheut van de drank. Het eenvoudige etiket toonde in zwarte hoofdletters de naam AIX. ‘Ex,’ liet ik het woord een keer of twee ketsen tegen de wanden van de kamer. Het drong diep tot me door, botste tegen mijn organen aan – ik was vergeten dat ik ze had – en verwondde mij hoog in mijn maag, […]

            Bij thuiskomst drukte ik Eric achteloos met zijn neus op het feit dat de Sushishop zich in een volkomen ander stadsdeel had bevonden dan het bedrijf waarvoor hij werkte. […]

            Al pratende hing ik zijn colbert over een stoel. Ik legde placemats neer, de naturel linnen omdat ik die het leukste vond, dronk mijn wijnglas leeg, hief de fles naar hem op.

            ‘Al toe aan een Ex?’ vroeg ik, met nadruk het woord op zijn Nederlands uitsprekend. Ik hield de fles met op het etiket de merknaam naast mijn gezicht, observeerde zijn zich ontwikkelende ontreddering. Dat was het wat ik las in de onrustige oogopslag, de afhangende schouders van de man met wie ik zo’n eeuwigheid getrouwd was. Toch constateerde ik, dat zich eveneens een lichte verbazing openbaarde in zijn houding. De vage vraag ‘hoe zij dat nou kon weten?’ Of ten minste een ‘zij moest eens weten!’ Verbeeldde ik me dat? Zolang ik me hierop concentreerde, voelde ik geen pijn, geen angst. […]
ISBN978-90-6265-817-6

                       

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten