woensdag 23 november 2016



Ze hoeven niet altijd mooi te zijn, visioenen. Er zijn veel definities van te vinden via Google. De eenvoudigste verklaring is “droombeeld”. Wat indrukwekkender vind ik “een innerlijk gezicht van profetische of mystieke aard, dat als iets bovennatuurlijks, in een toestand van extase, trance of droom ervaren wordt”. Een andere uitleg voegt daar nog aan toe dat zo’n beeld een boodschap of voorspelling bevat. Iemand die zo vaak ver in de toekomst kon kijken, was de welbekende Franse Nostradamus. Althans, dat zeggen zijn aanhangers. Hij werd geboren in Saint-Rémy de Provence in 1503 en overleed in Salon de Provence in 1566. Langs zijn huis ben ik herhaaldelijk gelopen. Toch indrukwekkend, het geboortehuis van zo’n man over wie eeuwen later nog wordt gesproken en van wie zijn werk van tijd tot tijd opnieuw uitgebracht wordt, vertaald en wel. Hij schreef zijn Profetieën in 1555: de Wereldoorlogen, de praktijken van Hitler en Napoleon, het communisme, en zelfs het terrorisme in Europa. Niet mooi dus. En een gevoel van machteloosheid zal hem beslist overvallen hebben.

In Bergen hebben we de afgelopen herfstvakantie heel wat visioenen van veel kunstenaars kunnen bewonderen of gewoon onbevooroordeeld kunnen aanschouwen of ervaren. Een mooi thema, al vond ik veel van de werken die ik zoal zag er niet echt in thuishoren. Maar misschien zal pas over een jaar of over een eeuw blijken, dat het destijds in oktober 2016 weldegelijk ging om echte visioenen.

Zo bleek ik bij het schrijven van mijn roman “Erfdeel” tussen 1995 en 2005 regelmatig in trance verkeerd te hebben. Niet dat ik gedurende tien aaneengesloten jaren aan dit boek werkte. Integendeel. In die periode verhuisde ik zelf 4x en hielp ik mijn moeder 2x verhuizen, werd zij uiteindelijk zeer dement en stierf ze in 2004. Overigens herinner ik me nu opeens dat ik over haar wel eens een echt visioen gehad heb. Het moet 1978 geweest zijn, ik woonde nog op kamers in Den Haag, werkte in het onderwijs en luisterde bij toeval op een vrije middag naar een radioprogramma, dat uitgezonden werd vanuit een verpleeghuis. Plotseling moest ik erg huilen, móest ik mijn moeders stem even horen, dus belde ik haar op. Ze vroeg wat er was. Mijn relaas eindigde ik, wederom in tranen, met de woorden: “Het lijkt me zó verschrikkelijk, dat juist jou zoiets overkomt…” Natuurlijk riep ze uit, dat haar dat helemaal niet ging gebeuren. Toch was het zo, 20 jaar later was het een feit.

Bij bepaalde passages tijdens het schrijven moet ik haast wel af en toe even van de wereld geraakt zijn. Mensen wijzen me soms op fragmenten die ik niet meteen herken. Laatst heb ik daarom toch maar weer eens een boek van mezelf herlezen, een gekke gewaarwording. Want zo’n kleine tien jaar na het schrijven van “Erfdeel” bleek de daarin omschreven dood van de hond van het hoofdpersonage, Carmen, bij toeval enorm overeen te komen met de manier waarop ik onze zwarte Molly in 2014 met behulp van dierenarts Maaike thuis heb moeten laten inslapen. Het was eind juli, niet bepaald de tijd van de vergeet-mij-nieten, toen ik haar as begroef onder een hortensia, de schaduwrijke plaats waarvandaan ze mij het liefste observeerde, wanneer ik onkruid wiedde of blad harkte. In het voorjaar van 2015 kwamen ze rondom haar overal op, dicht op elkaar, de kleine blauwe bloemetjes die me lieten weten wat ik toch al wist: dat ik dit trouwe dier nooit zou kunnen vergeten. Carmen had ze daar denk ik over haar uitgestrooid… Daarnaast is de scène waarin Carmen op Aruba haar geboortehuis terugziet precies gelijk aan mijn eigen ervaring in 2009 bij het weerzien van het huis uit mijn jeugd aldaar. Zodoende heeft de huidige bewoner van binnenuit een prachtige foto van een glas-in-loodraam kunnen maken, die nu prijkt op mijn roman “Glas-in-lood”.  

 

Over die straks ontboste duinen heb ik óók al visioenen gehad. Sindsdien overvalt me de machteloosheid. Want alles ligt toch al vast… Het gaat natuurlijk gewoon dóór of we dat nu willen of niet. Maar verzwakt straks dat losse zand onze zeewering niet ernstig, terwijl het water aan het wassen is? Honderd jaar oude boomwortels houden de boel toch beter “dijkvast”, lijkt mij, dan dat onooglijke, oorspronkelijke duinorchideetje, dat Staatsbosbeheer wil terugkweken? 

https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiRWdBcGGIvfUNSFSqwkcKrchl2JW0boWEdiOsfZx36uoWTjJK2CijyIJk4cICPOTSCn84ej77dQuqlt-7fYbBnzU_2QEVjdS893Y7pIt3rn5SyKmbXiG-V9mdiKWk7KWuTse5OTSwhb-I/s320/Herfst+31+okt+7.jpg

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten