Ze hoeven niet altijd
mooi te zijn, visioenen. Er zijn veel definities van te vinden via Google. De
eenvoudigste verklaring is “droombeeld”. Wat indrukwekkender vind ik “een
innerlijk gezicht van profetische of mystieke aard, dat als iets
bovennatuurlijks, in een toestand van extase, trance of droom ervaren wordt”.
Een andere uitleg voegt daar nog aan toe dat zo’n beeld een boodschap of
voorspelling bevat. Iemand die zo vaak ver in de toekomst kon kijken, was de
welbekende Franse Nostradamus. Althans, dat zeggen zijn aanhangers. Hij werd
geboren in Saint-Rémy de Provence in 1503 en overleed in Salon de Provence in
1566. Langs zijn huis ben ik herhaaldelijk gelopen. Toch indrukwekkend, het
geboortehuis van zo’n man over wie eeuwen later nog wordt gesproken en van wie
zijn werk van tijd tot tijd opnieuw uitgebracht wordt, vertaald en wel. Hij
schreef zijn Profetieën in 1555: de Wereldoorlogen, de praktijken van Hitler en
Napoleon, het communisme, en zelfs het terrorisme in Europa. Niet mooi dus. En
een gevoel van machteloosheid zal hem beslist overvallen hebben.
In Bergen hebben we de
afgelopen herfstvakantie heel wat visioenen van veel kunstenaars kunnen
bewonderen of gewoon onbevooroordeeld kunnen aanschouwen of ervaren. Een mooi
thema, al vond ik veel van de werken die ik zoal zag er niet echt in
thuishoren. Maar misschien zal pas over een jaar of over een eeuw blijken, dat
het destijds in oktober 2016 weldegelijk ging om echte visioenen.
Zo bleek ik bij het
schrijven van mijn roman “Erfdeel” tussen 1995 en 2005 regelmatig in trance
verkeerd te hebben. Niet dat ik gedurende tien aaneengesloten jaren aan dit
boek werkte. Integendeel. In die periode verhuisde ik zelf 4x en hielp ik mijn
moeder 2x verhuizen, werd zij uiteindelijk zeer dement en stierf ze in 2004.
Overigens herinner ik me nu opeens dat ik over haar wel eens een echt visioen
gehad heb. Het moet 1978 geweest zijn, ik woonde nog op kamers in Den Haag,
werkte in het onderwijs en luisterde bij toeval op een vrije middag naar een
radioprogramma, dat uitgezonden werd vanuit een verpleeghuis. Plotseling moest
ik erg huilen, móest ik mijn moeders stem even horen, dus belde ik haar op. Ze
vroeg wat er was. Mijn relaas eindigde ik, wederom in tranen, met de woorden:
“Het lijkt me zó verschrikkelijk, dat juist jou zoiets overkomt…” Natuurlijk
riep ze uit, dat haar dat helemaal niet ging gebeuren. Toch was het zo, 20 jaar
later was het een feit.
Bij bepaalde passages
tijdens het schrijven moet ik haast wel af en toe even van de wereld geraakt
zijn. Mensen wijzen me soms op fragmenten die ik niet meteen herken. Laatst heb
ik daarom toch maar weer eens een boek van mezelf herlezen, een gekke
gewaarwording. Want zo’n kleine tien jaar na het schrijven van “Erfdeel” bleek
de daarin omschreven dood van de hond van het hoofdpersonage, Carmen, bij
toeval enorm overeen te komen met de manier waarop ik onze zwarte Molly in 2014
met behulp van dierenarts Maaike thuis heb moeten laten inslapen. Het was eind
juli, niet bepaald de tijd van de vergeet-mij-nieten, toen ik haar as begroef
onder een hortensia, de schaduwrijke plaats waarvandaan ze mij het liefste
observeerde, wanneer ik onkruid wiedde of blad harkte. In het voorjaar van 2015
kwamen ze rondom haar overal op, dicht op elkaar, de kleine blauwe bloemetjes
die me lieten weten wat ik toch al wist: dat ik dit trouwe dier nooit zou
kunnen vergeten. Carmen had ze daar denk ik over haar uitgestrooid… Daarnaast
is de scène waarin Carmen op Aruba haar geboortehuis terugziet precies gelijk
aan mijn eigen ervaring in 2009 bij het weerzien van het huis uit mijn jeugd
aldaar. Zodoende heeft de huidige bewoner van binnenuit een prachtige foto van
een glas-in-loodraam kunnen maken, die nu prijkt op mijn roman “Glas-in-lood”.
Over die straks
ontboste duinen heb ik óók al visioenen gehad. Sindsdien overvalt me de
machteloosheid. Want alles ligt toch al vast… Het gaat natuurlijk gewoon dóór
of we dat nu willen of niet. Maar verzwakt straks dat losse zand onze zeewering
niet ernstig, terwijl het water aan het wassen is? Honderd jaar oude
boomwortels houden de boel toch beter “dijkvast”, lijkt mij, dan dat
onooglijke, oorspronkelijke duinorchideetje, dat Staatsbosbeheer wil
terugkweken?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten