Dubbelleven
Zeg nooit: “Nooit!” En zeker
niet al te stellig, met een uitroepteken dat gloeit. Je kunt niet weten hoe
blijkbaar toch óók het lot van alles voor je bepaalt. Wat zeg je? Dat ik
de dingen verkeerd affirmeer en juist daardoor naar me heb
toegetrokken? Mmmm. Daar moet ik eens over nadenken. Zit wat in. In Indonesië
zeggen ze bijvoorbeeld, dat je nergens bang voor moet zijn, omdat je dat
dan juist naar je toetrekt.
Zodra mensen in het
verleden lieten weten dat ze ergens een tweede huisje gekocht hadden, dan
reageerde ik enthousiast – natuurlijk, je gunt het de ander dat zijn dromen
uitkomen. Maar ondertussen dacht ik wel: Jij liever dan ik. Een tweede huis? Alles
dubbel. Ik? Nooit.
Inmiddels is het zover.
Dat tweede huis is er. Het was er al jaren, maar in bewoonde staat droeg ik
zorg voor wat lasten, terwijl er van lusten totaal geen sprake was. Nu is het
huisje vrij en dient het van top tot teen volledig opgeknapt te worden.
Daarover schreef ik al in mijn Blog Duurzaamheid. Langzamerhand begint
mijn geploeter vruchten te dragen. De werktijden zijn drastisch teruggeschroefd,
op een enkele uitschieter na. Zo was ik afgelopen maandag nog – zonder pauze, met
af en toe een rijstewafel tussendoor – ruim 10 uur op de been en kreeg ik tot
besluit om 20.00 uur een lekker warm maaltje voorgeschoteld. De lange wandeling
met de vrij losrennende hond door bos en over hei niet meegerekend. Maar de
kelderkast was uitgekamd en schoongemaakt en al het houtwerk in de gang stond
in de grondverf. De wanden en het plafond plus de buitenmuren zien er eveneens
prachtig uit, met dank aan Van Beers Schilderwerken uit Hilversum. Dat kijkt al heel anders
af. En op zo’n moment begint dan een beetje het grote genieten.
Géén televisie. Geen
computer. Geen wasmachine die nodig moet draaien of andere zaken die thuis
gewoon gedáán moeten worden. Afspraken? Niets van dat al. Gezellig de lichtjes
aan en lezen, dus. Tijdschriften, de krant. Hond tegen me aan op de bank. De linnen
Ikea-gordijnen dicht – gescoord in de Koopjeshoek. Bloemen op tafel. Rust en
stilte. Binnen tijd van ja en nee voel ik hoe ik begin weg te dommelen. Dagje
doorbuffelen is vergeten. Dromenland is vóór tienen bereikt. Dat zijn nog eens lange
nachten om echt te slapen na gedane arbeid.
En dan weer thuis… Alles
draait op volle toeren. Binnen een paar dagen moet ik doen, wat ik anders in
een week doe. De hond moet aan de lijn en baalt daarvan. Ik ook, omdat mijn arm
een halve meter per wandeling uitrekt. We zijn die leiband niet meer gewend. Hangend
op de bank betrap ik me op het te lang kijken naar een eigenlijk waardeloos
televisieprogramma en tot besluit zit ik toch nog even achter de computer dingen te doen
die best kunnen wachten. Moe tol ik na twaalven in bed.
Binnenkort weer lekker
klussen. Raar, zo’n dubbelleven. Wel ben ik bang dat zo mijn nieuwe roman niet
van de grond komt. Gelukkig trek ik het tegendeel dan juist aan. Ik blijf het dus
nog maar even. Bang. Ondertussen hoop ik dat de schilders mijn aan hen gegeven boeken met
plezier lezen. Dat stimuleert om flink door te werken, zodat ik wellicht in dat
tweede huisje lekker door kan schrijven om de schade te verhalen. Handig hoor,
zo’n dependance.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten